Tiyo Soga, de eerste Kaffer-zendeling. Eene bladzijde uit de geschiedenis der zending in Kafferland
(1888)–Frans Lion Cachet– Auteursrecht onbekend
[pagina 291]
| |
[pagina 293]
| |
Tiyo Soga werd in het midden zijner jaren door den dood weggenomen, en diep werd dit, in zeer wijden kring, betreurd. Hoe nuttig voor zijn volk zou hij nog jarenlang hebben kunnen arbeiden als prediker en leeraar, en vooral ook door zijne pen! De oogst was zoo groot en de arbeiders waren weinigen, en er was geen arbeider gelijk hij, de Kaffer uit de Kaffers, door den Heere op zoo bijzondere wijze tot den arbeid geroepen en tot den strijd tegen het heidendom toegerust. Doch de Heere geeft geen rekenschap van Zijne daden, en Tiyo Soga werd in de kracht zijner jaren weggenomen om in de ruste in te gaan. Zijn arbeid zou echter voortgezet worden door andere Kaffers, door zijn voorbeeld opgewekt, én, naar zijn voortdurend gebed, door zijne kinderen. Vooral ook in die kinderen zou zijne gedachtenis in Kafferland in zegening zijn en zijn arbeid voortleven voor zijn geslacht en volk.
Tiyo Soga liet bij zijn sterven zes kinderen na, waarvan het oudste 14 jaren telde, en het jongste kind, een meisje, nog geen jaar oud was. Drie der jongens waren, gelijk wij zagen, naar Schotland gegaan om hunne opvoeding te ontvangen. De oudste, William Anderson, kreeg in Schotland de mazelen en verloor, waarschijnlijk tengevolge eener gevatte koude, zijne stem. Buiten weten van Mevr. Soga, zonden vrienden in | |
[pagina 294]
| |
Schotland den knaap, na zijne ziekte, naar Kafferland terug, juist toen zijn weduwe-moeder naar Europa terugkeerde. William ging nu naar Lovedale, waar hij twee jaren bleef en zich met studie bezighield. Het gebruik zijner stem herkregen hebbende, keerde hij naar Schotland terug en kwam nu eerlang aan de Universiteit te Glasgow, waar hij eerst in de theologie en daarna in de medicijnen studeerde en examen deed. Als geordend leeraar der Vereenigde Presbyteriaansche Kerk en dokter in de medicijnen keerde hij andermaal, in 1886, naar Kafferland terug, waar hij nu gezegend werkzaam is als Zendeling-Dokter in Bomvana-land, over de Bashee, in verband met de Vereenigde Presbyteriaansche Kerk. Van bijzondere waarde was het, dat dr. Soga terstond toen hij zijn zendingsarbeid aanvaardde, zich als een Kaffer in de Kaffertaal kon uitdrukken, en van meet aan is zijn arbeid gezegend geweest. Hijzelf getuigt: ‘Anderen hebben gezaaid en wij gaan tot hun arbeid in.’ Dr. Soga is gehuwd, gelijk zijn vader was, met eene Schotsche dame, doch geheel anders dan zijn vader werd hij terstond in alle kringen in Zuid-Afrika zonder vooroordeel ontvangen. De tijden zijn veranderd, en ook is de gedachtenis des vaders in zegening, wat den kinderen ten goede komt.
De tweede zoon, John Henderson, keerde, nu vijf jaren geleden, naar Kafferland terug om zich met den handel bezig te houden. Dit was ook wel naar de begeerte van Tiyo Soga, schoon hij ieder zijner kinderen liefst direct in den dienst des Heeren wenschte. Wellicht heeft John Soga dit ook gevoeld: tenminste, hij studeert thans aan de Universiteit te Edinburg, en zal, als de Heere wil en op Zijn tijd, ook als geordend prediker arbeiden onder zijn eigen Kaffernatie. | |
[pagina 295]
| |
John is nog altijd kreupel aan den rechtervoet, doch schijnt er niet veel last van te hebben, daar hij onlangs een zilveren medaille behaalde bij een wedstrijd in de gymnastiek! Allan Soga, de derde zoon, is landbouwer in de Transkei en kan alzoo indirect de Zending dienen. Ella, Tiyo's oudste dochter, groeide zeer voorspoedig en veelbelovend op. Zij ontving een uitstekende opvoeding en ging toen naar Kafferland om onder haar volk in het Evangelie te arbeiden. Spoedig echter werd zij ziek, en na veel lijden stierf zij ten huize van ds. Richard Ross, in wiens armen haar vader ontslapen was, aan de longtering. Zij ontsliep in vast vertrouwen op haar Heere en Heiland, en ligt begraven in de Transkei, op twintig (Eng.) mijlen afstands van de Tutuka. Joello, de jongste zoon, studeerde voor veearts en behaalde zijn diploma als zoodanig. Ook hij keerde naar Kafferland terug en is thans zijn broeder, den Zendeling-dokter, in afwachting dat hij door het Kaapsche gouvernement geplaatst zal worden, behulpzaam in de Zending. Frances, op eene na de jongste dochter, heeft hare opvoeding in Schotland ontvangen en is nu werkzaam aan de Mqwali, Tiyo Soga's vroegere statie, aan een opleidingsschool voor Kaffermeisjes tot onderwijzeressen. Jessie Margaret eindelijk, de jongste dochter, is bij hare moeder in Edinburg en maakt goede vorderingen in haar studies aan de ‘Merchantsschool’. Welken weg de Heere met haar zal houden en of ook zij in den dienst der Zending zal mogen arbeiden, zal later blijken.
Tiyo Soga's moeder is eerst weinige maanden geleden overleden. Vijftig jaren lang heeft zij, na hare bekeering tot den | |
[pagina 296]
| |
Heiland, haar belijdenis versierd door een onberispelijken wandel. Zij mocht nog het voorrecht hebben haar kleinzoon ‘Willie’ als ‘dokter Soga’ zijne plaats te zien innemen onder de Zendelingen in Kafferland en heeft hare kleindochter Ella nog overleefd. Ook hare nagedachtenis is in zegening als eene ‘moeder in Israel’. De oude Soga is in den laatsten Kafferoorlog gesneuveld. Hij hield steeds vol dat hij een Christen was, doch heeft zich nooit van zijne heidensche omgeving losgemaakt. |
|