vredes heeft ook over de diepgezonken Kaffernatie, en voorts hoe Zijn kracht in zwakheid volbracht wordt.
Toen mij in 1880, kort vóor mijn terugkeer uit Afrika naar Holland, het geschrift van den Zendeling Chalmers in handen kwam, besloot ik terstond er eene vertaling in het Hollandsch van te bezorgen. Werkelijk begon ik in 1882 met de overzetting, doch al spoedig bleek het mij, dat van eene bloote vertaling van het boek geen sprake kon zijn. De stof moest voor Hollandsche lezers anders geregeld worden; er moest tot verduidelijking heel wat worden bijgevoegd, en er kon veel worden weggelaten. Het geheel moest dus worden omgewerkt, en de schets, die de lezer nu ontvangt, is slechts voor een deel vertaling van Chalmers' boek en verder oorspronkelijk. Dat de voltooiing van dit werk zoo lang vertraagd werd, deed mij leed, doch was niet te verhelpen, daar ik aan zulken arbeid, hoe liefelijk ook, slechts mijn snipperuren kon besteden, die vooral in den laatsten tijd ‘few and far between’, weinige en met groote tusschenpozen, zijn. Vinde dit boekske in ons vaderland en onder de Hollandsche lezers in Zuid-Afrika een even goed onthaal als het in Engelsche taal mocht genieten, en drage het iets bij tot verlevendiging der belangstelling van 's Heeren volk in het werk der Zending. Zoo zij het!
Rotterdam, 7 Mei 1888. F. LION CACHET.