en verschilt ook tussen de sexen. Zij is reeds, zoals wij zullen zien, in de aanleg van het kind tegelijk met het grondschema van de wereld gegeven, maar zodanig, dat onder invloed van het milieu een versterking of transformatie van het aangeboren dynamisch type en de hierop betrokken wereld kan plaats vinden.
Wellicht zal men menen, dat er een andere - en betere - methode is om de bestaanswijze van de vrouw te leren kennen en wel door bestudering van haar reeds volledig gedifferentieerde wereld. Wat behoort echter tot de typisch vrouwelijke wereld? Men heeft de eeuwen door getracht deze vraag te beantwoorden, maar wij zijn thans wel overtuigd, dat de vrouw al het menselijke tot haar wereld kan rekenen. Waarom verkiest zij echter - zo kan men tegenwerpen - doorgaans het ‘technische’ niet in haar wereld op te nemen? Waarom aanvaardt zij daarentegen zo gemakkelijk huiselijke werkzaamheden? Waarom kent zij aan vrijwel alle dingen een andere waarde toe? Waarom behoort het menselijke meer tot haar wereld dan het zakelijke? De psychologie kan hierop geen antwoord geven. De onderstelling, dat de vrouwelijke belangstellingsrichting geheel door de sociaal-economische verhoudingen wordt bepaald, voldoet geenszins.
Wat wij thans willen trachten te doen, is de gedifferentieerde vrouwenwereld te begrijpen door van het kenmerkende van de vrouwelijke bewegingen uit te gaan. Uit de lichamelijke aanleg van het meisje zullen wij de betekenis van haar oorspronkelijke wereld trachten te begrijpen en tevens de wijze, waarop de dynamische ontwikkeling verloopt, om dan aan te tonen, dat het verzorgen de menselijke volwaardige act is, die met de vrouwelijke bewegingswijze overeenstemt en de zin van haar bestaan, en dus van haar wereld vertegenwoordigt. Het zal ook blijken, dat het zorgend-in-de-wereld-zijn de verhouding van de vrouw tot haar lichaam bepaalt en tenslotte willen wij doorzien, hoe de act van het zorgen in een voltooide vorm in de moederlijkheid verschijnt.