Ik was, door den bevelhebber der expeditie, met drie soldaten en enkele dragers naar een dorp uitgezonden geweest, om er, tegen ruiling van kralen, katoenlinnen en... whisky, levensmiddelen te bemachtigen.
Zoodra ik in het dorpje aankwam beval ik dus, zooals de gewoonte is, musketsalvo en tromgeroffel, en liet ik mij aan het inlandsch opperhoofd voorstellen.
Deze, een oude grijze dronkaard met een afzichtelijke tronie, walgwekkend van smerigheid, zat, of liever lag half uitgestrekt op eene vuile mat, vóór het rampzalig strooien krot, dat hem tot Koninklijk paleis diende. Rechts en links stonden, fiks en onbeweeglijk, twee schildwachten. Op zijn bevel komt een slaaf te voorschijn met een beker vol palmwijn, en nadat de oude vuilik er met zijn kwabbige lippen een slok van gedronken heeft, reikt hij mij den beker toe met het verzoek zijn voorbeeld na te volgen, ten teeken van vrede. Ik ben wel genoodzaakt zulks uit beleefdheid te doen, doch gij kunt denken, meester, met welken afkeer. Ik dacht dat ik er waarlijk van zou braken. Enfin, ik doe het toch en nadat ik hem de geschenken overhandigd heb, die wij in name van onzen kommandant voor hem medebrachten, begin ik, door tusschenkomst van onzen tolk, het doel van mijn bezoek uit te leggen.
De kerel aanvaardt met welgevallen onze giften, en, na een woordenwisseling van enkele minuten, komen wij overeen aangaande den prijs der te leveren eetwaren. En ik sta op tot afscheidnemen, toen de man mij door onzen vertolker laat begrijpen, dat hij mij ook een geschenk wenscht te geven. Daarover betuig ik hem natuurlijk mijn dank; en, op een nieuw bevel van hem, verschijnt, ik laat u raden wat meester, ik geef u duizendmaal om het te raden,... welnu, op zijn bevel verschijnt een negerin,... een nog al aardig negermeisje van misschien een vijftiental jaren! Mij minzaam toelachend bleef zij op een drietal passen afstands staan, terwijl de tolk, in name van den Koning sprak:
- Boeboe Ramaga (zoo luidde de naam van dien kerel) verzoekt den blanken reiziger de jonge Khabinda als geschenk van hem te aanvaarden.
Ik hoef u niet te zeggen, waarde meester, of ik pal stond van