Zaken zijn zaken
Gisteren, in een klein straatje van een grote Vlaamse stad, heb ik een zonderling tafereel bijgewoond...
Welke stad dat nu eigenlijk is, doet niets ter zake. De stad was groot, het straatje klein en het tafereel zeer eigenaardig... In dat straatje, dat kort en smal en vies was: een arbeidersbuurt met alle gelijke, triestige, sombere huisjes, stonden, als drie grote, schone, malse bloemen, drie prachtige, bonte koeien in een groep. Drie mannen, - blijkbaar boeren uit de omtrek - bewogen zich haastig en druk om de drie mooie koeien, en een vierde man kwam jachtend uit een van de armoedige huisjes, met twee volle emmers water in de beide handen en een grote, zinken trechter onder de rechterarm. 't Ging alles razend-vlug. Even keken de mannen als verwoed naar mij, toen zij merkten dat ik daar uit nieuwsgierigheid bleef staan, maar verder stoorden zij zich niet aan mij en deden 't volgende:
Een van hen duwde de kop van de koe omhoog en hield hem in die houding op. Een tweede wrong de trechter in de muil van 't beest, en een derde ledigde de emmer in de trechter, geleidelijk, gelijkmatig, als een kuip die zorgvuldig wordt volgegoten. Toen de drie koeien aldus elk hun emmer water beet hadden, spoedden de 4 kerels zich met de dieren weg in de richting van de grote veemarkt, die een eindje verder lag en vanwaar men, achter de huizen, gebulk en geloei hoorde opgaan.
- Knap gedaan, hè, meneer? zei een werkman, die glimlachend, in hemdsmouwen, in zijn deurgat stond.
- Waarom doen ze dat? vroeg ik verbaasd.
Hij schoot in een lach.
- Waarom? Begrijpt u dat niet? Het vee is duur, wordt levend op de schaal gewogen. Elke emmer weegt zowat een