dienst-oefening bij te wonen. Ik sla een kronkelpaadje tussen 't koren in en kom op het verwoeste dorpje.
Het is er vol met mensen op hun zondagsbest, die midden op de dorpsplaats tussen het puin zitten neergehurkt of neergeknield, rondom een soort houten estrade, waarop de pastoor, in staatsiegewaad de H. Mis opzegt. Veel rijkkleurige vendels en vlaggetjes staan wapperend en wuivend om hem heen en in de zon schitteren vonkenschietend de vergulde en zilveren ornamenten. De koorknapen bewegen zich als grote, rode vlinders, de heilige beelden staan overal op houten schragen rondom het houten altaar, waar ook de ‘maagdekens’ zitten, in witte japonnen en blauwe sjerpen, en ook de ‘beeldknapen’ in witte broeken, zwarte jassen en rode sjerpen. En in de kerkruïne luidt af en toe de klok, hangend midden in het puin tussen geïmproviseerde balken en in beweging gebracht door drie mannen, die zich met al hun kracht aan 't klokzeel laten hangen. Ik begrijp wat er gebeuren zal. Straks gaat de processie uit, langs de straten van 't verwoeste dorp en door de velden, om de vruchten van de aarde te zegenen, als vanouds. Dat is de eerste maal sedert vijf jaar.
Daar zet de stoet zich langzaam in beweging. De grote rode en blauwe vanen wuiven nobel over de blonde golvingen van 't rijpend koren. De heilige beelden, hoog op de schouders van de mannen gedragen, schijnen, met strak-beschermend gebaar, de wilde streek te zegenen. De ‘maagdekens’ dragen het Lievevrouwbeeld met het klein kindje Jezus op de arm; en het zijn stevige Vlaamse maagden, met bruingebrande handen en gezichten en met forse, brede heupen onder 't spannend wit van de rokken met de blauwe sjerpen.
Zo gaan zij, stijf en langzaam, langs de blonde wegen van het blonde land, waaruit een lichte stofwolk, als van gouden pulver, in de zon opstijgt. Een muziek speelt en plechtige gezangen galmen, zonder echo opgenomen en verspreid over de wijde uitgestrektheid van land licht en hemel, waarin de kringelende leeuwerikjes onverpoosd hangen te kwelen en te orgelen. 't Is als vanouds... of er geen oorlog is geweest. Maar wat niet van het oude is, wat aan het nieuwe, aan het akelig-nieuwe denken doet, evenals de verwoeste kerk en de in puin geschoten huizen, dat zijn een aantal vreemde mannen, die