Si j'etais roi
Si j'étais roi, in deze tijd, dan zou ik er spoedig voor zorgen, dat ik geen ‘roi’ meer was...
Ik zou mijn ontslag indienen, heel beleefd en zeer beslist; een soort patent, - als ik het zo mag uitdrukken, - van ‘ami du peuple’ ofte volksvriend nemen; en met mijn centjes en mijn familie (koningen hebben daar meestal geen gebrek aan) rustig en definitief op een van mijn prachtkastelen gaan wonen.
Ik heb er zo eens een gezien, in Frankrijk, dat toebehoorde aan Leopold II, die een verstandig man was. Hij ging daar af en toe enige weken vakantie doorbrengen in gezelschap van iemand die hij goed kende, en het lijdt geen twijfel of hij voorzag toen reeds de komende tijden en bracht dan ook reeds tijdig zijn vele, weelderige schaapjes op het droge.
Nooit heb ik iets mooiers gezien, of beter gezegd, niet gezien, als dát kasteel. Het lag in een bosrijke, heuvelachtige streek; prachtlanen leidden er, sterrevormig, heen; en bij de ingang van iedere laan stond een boswachter met karabijn en groene mantel, die je scherp en wantrouwig aankeek, en je dadelijk volgde, als je ook maar even van de brede straatweg afweek.
Ik vroeg aan een van die mannen of ik even het kasteel mocht gaan bezichtigen. Hij antwoordde mij zeer beleefd, maar koud als ijs, dat zulks absoluut onmogelijk was. Zijne Majesteit was zwaar vermoeid door Staatsbeslommeringen, en nam rust, en kon geen bezoeken ontvangen. Ik antwoordde, dat het mij niet te doen was om Z.M. te zien, maar enkel om eens, van iets dichter bij, de tuinen en de muren van het kasteel te mogen bekijken. Het speet de wachter zeer, maar ook dát was absoluut onmogelijk. Gelaten toog ik heen, maar dacht in mezelf:
- Als ik ooit Koning word, zo zal ik ook gaan leven!
De tijden zijn sinds wel enigszins veranderd. Ik denk: als