De Markepakkers
Ik spreek hier veel met de eenvoudige mensen uit de streek, met hen die het meest direct en het wreedst onder de oorlog geleden hebben. Velen bezitten geen dak meer boven hun hoofd, anderen hebben een of meer van hun zonen verloren; allen hebben mateloze ontberingen verduurd. Ze zijn dikwijls dof en mat, als uitgeput door te veel en te langdurig lijden; er is een soort van onverschilligheid over hen gekomen. Maar als men lang genoeg met hen praat en hun vertrouwen weet te winnen, en hun dan vraagt wat ze 't meest van gans de oorlog haten en waaronder zij het gruwelijkst geleden hebben, dan krijgt men onveranderlijk deze twee zelfde antwoorden:
De Markepakkers en de deportaties!
De Markepakkers was de ‘militäre Polizei.’ Meestal een afgedankte soldaat, gewond of verminkt, of dikwijls ook een boevenkerel, waarmee men geen raad wist aan het front, waar hij een gevaarlijke stemming van insubordinatie aankweekte, diende de Markepakker als hulp van de gendarm in 't etappengebied. De gendarmen hadden het meer dan druk genoeg achter de operatiezone, vooral in de laatste tijd, om de talloze deserteurs tegen te houden en weer in het vuur te drijven. Men zag ze haast niet meer in 't etappengebied, en de Markepakkers werden meer en meer hun vaste plaatsvervangers.
Men noemde ze ‘Markepakkers’ om de twee letters M.P. die zij op hun mouw droegen, en vooral om de boeten die zij moesten incasseren. De verhalen over die kerels zijn legio en men kan er niet een boekdeel, maar een bibliotheek mee vullen. Het was hun taak ervoor te zorgen, dat de bevelen en plagerijen van de diverse Kommandanturen stipt uitgevoerd werden. Zij tastten de mensen langs de wegen af, vielen te allen tijde, 's nachts zowel als overdag, bij de bewoners binnen, speurden en vorsten het ganse huis af om iets ver-