van u is; een oprecht mens, met één woord... en u zoudt naar die oprechte stem niet willen luisteren! Hoe is het mogelijk! En hoe diep moet dan in u 't besef van waarheid en oprechtheid wel verduisterd zijn!
Neen, neen: een naamloos schrijven is voor mij van het grootste belang. Wat kan het mij schelen dat er geen naam staat onder die overstelpende ontboezeming van oprechtheid, zij het dan de oprechtheid van een gemene, lage ziel? De meeste mensenzielen zijn nu eenmaal niet verheven, met of zonder naam. Laat ze dan tenminste wáár zijn; 't is nog iets! En trouwens: waarom zou een anonieme brief per se laag en gemeen moeten zijn? Ik heb wel eens bijzonder mooie en werkelijk zielsverheffende anonieme epistels ontvangen. En ik heb ook eens,... zou ik het durven zeggen...? ik heb ook eens een anonieme liefdesverklaring ontvangen!
Maar toen speet het mij toch wel, - dit geef ik toe, - dat het een anonieme was.
Nota: Mijn hartelijke dank dus aan de zeer rechtschapen mensen, die mij onlangs, naar aanleiding van het verhaaltje, Guerliche de Goochelaar, anonieme brieven vol beledigingen stuurden. Ik zit alleen maar een beetje verlegen met het geval, want feitelijk komt mij die eer niet toe, maar wel mijn oude vriend Henri Deulin, de auteur van het verhaal, die overleden is. Zodat het een anonieme scheldpartij tegen een dode wordt. En, wat nog meer is: dat verhaal heeft Deulin op zijn beurt overgenomen als legende uit de volksmond van een ganse streek, zodat het een scheldpartij wordt tegen een hele bevolking, die het op haar beurt, in de loop der eeuwen, van misschien miljoenen voorouders overgeërfd heeft!
Ach! Ach! Wat 'n proporties de dingen toch nemen! Ik hoop maar dat het geen diplomatieke verwikkelingen veroorzaakt, want dat is gevaarlijk in deze tijd!
Dag aardige, oprechte jongens! Snoezebollen, hou jullie maar goed, hoor! En in 't vervolg een tikje meer onderscheidingsvermogen. Daág!