De valsemunter
Mijn vriend kwam met een ietwat weemoedige glimlach binnen, opende zijn portefeuille, haalde er een klein papiertje uit dat hij mij toereikte, en vroeg:
- Hoe vind je dat?
Ik keek op het papiertje en daarna naar hem; en op mijn beurt vroeg ik, ietwat verwonderd:
- Wat meen je daarmee?
- Zie je niet wat het is?
- Jawel: een zilverbon van fl. 2.50.
- Kijk eens goed.
- Een zilverbon van fl. 2.50, herhaalde ik met vaste overtuiging.
- Merk je niet, dat het een ‘valse’ is?
Er lag iets bitters in de toon waarop mijn vriend dat woord ‘valse’ uitsprak.
Ik keek met scherpe aandacht. Op 't eerste zicht was er absoluut niets ongewoons aan te merken. De kleur, de cijfers, de letters, alles leek volkomen echt. Zelfs het papier was behoorlijk bezoedeld en verfrommeld, zoals behoort bij een bon, die flink in omloop is geweest. Ik ging in mijn zak en haalde een ‘echte’ fl. 2.50 uit, om te vergelijken. En toen merkte ik het klein verschil, na heel wat inspanning: het papier een ietsje anders; de letter een heel klein beetje weifelend, alsof het bonnetje onder de pers eventjes verschoven had.
- 't Is knap gedaan, zei ik, mijn vriend het papiertje teruggevend.
- Weet je hoe de zogezegde valsemunter dat dingetje gemaakt heeft? vroeg mijn vriend.
Ontkennend, niet goed thuis in dat bedrijf, haalde ik mijn schouders op.