ontbraken nog enkel een paar namen, van wie antwoord werd verwacht.
Toen kwam een van die antwoorden en het was van zúlke aard, dat de inrichters, die het initiatief van het feest op zich genomen hadden, onmiddellijk besloten, onvoorwaardelijk van het plan af te zien.
Men oordele:
‘In antwoord op uw schrijven van 6 Februari, heb ik de eer u beleefd mede te deelen, dat het mij, bij de groote ellende welke in Nederland heerscht en bij de nog grootere ellende, welke over het Belgische volk gekomen is, niet wenschelijk voorkomt, een beroep te doen op de bevolking der gemeente 's-Gravenhage, om geld bijeen te brengen voor het verstrekken van een genotmiddel aan den Belgischen soldaat; en dat het mij onaangenaam treft, dat het streven van het comité “Pour le Tabac du Soldat Belge” samengekoppeld wordt aan den begrijpelijken wens der “Vereeniging tot Verbetering van het lot der Blinden in Nederland en zijn Koloniën” voor dit doel ruimere fondsen bijeen te krijgen.
Om deze redenen kan ik geen gevolg geven aan de in uw schrijven vervatte uitnoodiging tot het zitting nemen in het eere-comité voor den feestavond van 11 Maart aanstaande. Tevens zie ik mij verplicht, hier nog aan toe te voegen, dat ik van uw schrijven geen gebruik zal maken, maar dat ik, wanneer de plannen voor den feestavond mij langs anderen weg ter oore komen, mij wellicht genoodzaakt zal zien, in één of meer Haagsche dagbladen tegen de hierboven bedoelde samenkoppeling te protesteeren’.
De persoon, die dit schreef, is er een van naam en invloed; en zijn brief bevat een onbewimpelde bedreiging van sabotage, en nog wel sabotage, helaas, van een zuiver liefdadig werk. Het deed mij leed zulk een schrijven te moeten ontvangen; en, zoals ik hierboven zei, besloten de Belgische leden van het comité onmiddellijk daarop van het plan af te zien. Zij zijn hier als bannelingen in een land, waar zij met dankbaarheid de gastvrijheid genieten en wensen geen aanleiding te geven tot onverkwikkelijke polemieken in de dagbladen. Maar jammer blijft het, én voor de Nederlandse blinden, én voor de Belgische soldaten. De eventuele opbrengst van het feest was ener-