en toen ik tussen mijn beide mooie, zwaar-gedecolleteerde buurvrouwen zat, herinnerde ik mij, dat ik, sinds ruim drie jaar, niet meer ‘gedineerd’ had.
Het deed mij vreemd aan. En, als ik Arabische prins was geweest, zou ik wellicht als volgt mijn indrukken hebben weergegeven:
‘Een groot diner, in Holland, begint dadelijk met een algemene brulpartij. Zo eist het de wellevendheid, de beleefdheid. Men dient onmiddellijk zijn dame aan te spreken, zegge: aan te blaffen, rechts en links. Wat men ook zegt komt er minder op aan, áls men maar iets zegt. Nu spreekt men over politiek. Men is neutraal, of pro-Duits, of pro-Entente. Een dame, één enkele, is geweldig anti-Duits en uit dit met verontwaardiging en kracht. Dat mag wel, vanwege één enkele. Velen, die beweren neutraal te zijn, zijn eigenlijk pro-Duits, maar komen daar niet graag voor uit. Zogoed als allen zijn pro-Frans, hier en daar is er een die weeklaagt over 't lot van 't arme België en anti-Engels zijn ze allemaal.’
‘Na het diner, dat fijn en overvloedig is, doen de gasten niet zoals beschreven in het relaas van de Arabische prins. Integendeel. De dames worden heel gewichtig en deftig door de heren in een apart vertrek geleid, waar zij aan zichzelf worden overgelaten, terwijl dan ook de heren zich naar een apart vertrek begeven, waar zich plotseling gans andere wezens in hen schijnen te ontpoppen. Onder het roken van lekkere sigaren en het genieten van bedwelmende “pousjes” strekken ze zich ongegeneerd op gemakkelijke stoelen uit en doen, onder bulderend gelach, allerlei pittige verhalen, waar zij vol van zijn, maar die zij ganselijk schijnen vergeten te hebben aan hun tafeldames mee te delen. Dat duurt zo tot de gastheer eensklaps weer een deftig-strak gezicht trekt en, opstaande, de gasten nodigt tot het genieten van een kopje thee, in gezelschap van de dames. Haastig halen de heren dan nog eens zwaar aan hun eindje sigaar en volgen de gastheer.’
‘In strakke houding zitten de dames blijkbaar op die rituele komst te wachten. Of zij zelf, in de afwezigheid van de heren, een buitengewoon boeiend gesprek hebben gevoerd is aan twijfel onderhevig; maar wat ook dit gesprek moge geweest zijn, zodra de heren verschijnen houdt het op en een tweede,