De redders van het vaderland
Wij hebben alweer, enkele dagen geleden, een aantal hooggestemde, patriottische redevoeringen kunnen aanhoren, waarin moedige sprekers het vaderland en, met het vaderland, een groot gedeelte van de beschaafde wereld wilden helpen redden.
Dat was naar aanleiding van Koning Alberts naamdag. De jarenlang verbannen Belgen kwamen in feestzalen bijeen en daar hoorden zij de schone, opwekkende woorden.
Wie sprak die uit en vertolkte de vurige gevoelens en verlangens van allen? Een oudstrijder van Luik of de IJzer? Een gewonde, een verminkte? Een die werkelijk, niet met zijn geest en zijn gedachte, maar met zijn lichaam meegestreden en geleden had? Een die de kogels om zich heen had horen fluiten en de schrapnels in rosse flitsen boven zijn hoofd had zien barsten? Een, die in de ijzige modder van de loopgraven had geploeterd en die dagen lang honger en dorst had geleden?... Neen. Zij die spraken hadden niets gezien, niets meegemaakt, niets ondervonden. Zij vertolkten alleen maar wat de anderen: de strijders, gezien, gehoord, gevoeld, gedaan, geleden hadden.
Hadden die sprekers nu ook maar gezegd: Zij, (de strijders) hebben dit gedaan, dát geleden! Doch neen: zij spraken van ‘wij’ hebben dit gedaan, ‘wij’ hebben dát geleden; en, in name van alles wat ze beweerden gedaan en geleden te hebben, terwijl ze feitelijk niets van die aard hadden gedaan en niets van die aard hadden geleden, schalden ze luide wraak en dreiging uit en riepen ze van vol te houden ‘jusqu'au bout’, tot de totale overwinning en de totale onderwerping van de gehate vijand.
Gedurende de eerste jaren van de oorlog (de eerste ‘jaren’; is het niet gruwelijk dat men zo iets moet neerschrijven!) kon men dergelijke redevoeringen beter aanhoren. Men lette niet zo nauw op de betekenis van de woorden; het onderscheid tussen wie vocht en wie nog maar niet meevocht leek minder scherp; men leefde in de waan, dat het wel spoedig uit zou zijn. Maar nu, nu er na zoveel jaren nog geen schim van vrede aan de einder te bespeuren is; nu het voor de grootste optimist