- Het meest bekende en beste van de streek, verzekerde ik.
- Och kom! riep mijn vriend ongelovig.
Eindelijk kwam de kelner naar ons toe.
- Wat wensen de heren?
- Twee vermouth.
- Asjeblief, meneer.
- Het weer is prachtig en zo warm en stil. Zullen we straks dáár maar dineren, bij dat tafeltje onder die bomen, wij hebben daar een heerlijk uitzicht? stelde mijn vriend voor.
- Best, antwoordde ik.
Daar kwam de kelner, terug, maar zonder glazen.
- Vermouth is er niet meer, meneer. Wilt u soms port, of sherry?
- Vervelend! bromde mijn vriend. - Nou, twee witte port dan maar.
- Alleen roje, meneer, de witte is op.
- Nou, roje, dan. Maar zeg eens: kunnen we straks daar aan dat tafeltje, onder die bomen, dineren?
De kelner trok een diep-ontsteld, bijna beledigd gezicht.
- Nee, meneer! antwoordde hij zeer beslist.
- Waarom niet? vroeg mijn vriend.
- Dat gaat niet, meneer.
- Niet? Nou dan hier, onder de veranda?
- Ook niet, meneer. Alleen daarbinnen, in de eetzaal, wordt gediend.
En hij wees naar donkere vensterramen, waarachter wit-gedekte tafeltjes schemerden.
- En blijven al die ramen dicht met dit mooi weer? kreet wanhopig mijn vriend.
- Zeker, meneer, anders is er tocht.
Verder drong mijn vriend niet aan. Moedeloos liet hij zijn armen zakken en zuchtte:
- 't Is hier 'n strafkolonie! Kijk maar naar de gedrukte gezichten van al die mensen, die zich zogezegd komen amuseren. De stumperds! En 'k wed dat ze nog duur betalen ook. O! als men zo'n gelegenheid had, in Lima, of in Bogota, of in Jacksonville, of waar ook in het buitenland!
- Mijn goede vriend, zei ik, - maak je maar niet bezorgd. Die mensen hebben het hier zoals ze 't ongeveer verlangen. Als