het kittelt mij nog in de rug als ik eraan terugdenk.
Echter, ernstiger bedoeld en gevoeld, was het geval met de familie in Vlaanderen.
Een mij zeer goed bekende familie uit een grote stad wenste voor een poos het echte natuur- en buitenleven te genieten en nam daarvoor haar intrek op een boerderij, waarvan ik de bewoners ook bijzonder goea gekend heb. De afspraak was: ‘Alles op de boerderij gaat gewoon zijn gang alsof wij er niet zijn. Wij eten 't zelfde wat u eet, wij slapen in dezelfde bedden als waar u in slaapt en verder zijn we van weerskanten vrij en bemoeien ons niet meer met elkaar dan we wederzijds verkiezen of begeren.’
Ik ben benieuwd hoe dát zal lopen! dacht ik in mezelf, toen ik van die schikking hoorde. En, na een paar weken, de ganse familie op een wandeltocht ontmoetend, stoof ik op hen af en vroeg hun hoe ze 't op de boerderij wel hadden.
Zij waren verrukt, opgetogen, in de wolken! Alles liep zó goed, die mensen waren zó aardig en 't ging er alles zó natuurlijk, zó natuurlijk! Jammer dat hun vakantie nu om was; zij moesten de volgende dag weg, maar zij zouden terugkomen, o, vast en zeker misschien nog wel vóór 't einde van de zomer!
En de boeren?...
Drie dagen later kwam ik op de boerderij en vond daar mensen, die ik haast niet meer herkende. Zij waren stil geworden, zij leken mij verbleekt en vermagerd; de vader liep met gefronste wenkbrauwen rond, de moeder zuchtte af en toe en 't kwam me voor dat de dochter pas gehuild had.
- Geen aardige gasten gehad? vroeg ik bezorgd.
- O, zeker, beste mensen! vielen zij allen dadelijk in.
- Maar... ach, meneer, weet u...
't Was eigenaardig, zij aarzelden, konden haast geen woorden vinden om hun gedachten en gewaarwordingen uit te drukken. Ik moest het er letterlijk uit trekken, en toen vernam ik, zo met brokjes en stukjes, hoe die mensen zich voor hun gasten voortdurend gegeneerd hadden, hoe ze aldoor benauwd en beklemd waren geweest, hoe ze zich nooit, ondanks de afspraak dat alles gewoon en natuurlijk zijn gang zou gaan op de hoeve, een enkel ogenblik, naast die vreem-