de zon, gelijk een rood-oranje bol over de lage einder hing en 't lint van licht en schubbegloed deed spelen over de gestilde golven. Maar langzaam aan begon alles te tanen en meteen schenen ook weg te smelten de blote halsjes, de korte rokjes, de witte kousjes en de witte schoentjes. De giechelende stemmen klonken schaarser, de ogen keken ernstiger, de wangen bloeiden doffer in de vervagende gezichten. Iets kils en zwijgends kwam zweven over zee en strand, en de geluiden die nog hoorbaar waren, klonken harder op zichzelf en versmolten zich niet meer in de zangerige harmonie van het geheel.
De rode zon ging onder, heel stilletjes zich verdrinkend in de zee. 't Was wel alsof ze zich verdronk, maar het was ook alsof ze zelf gans de wijde zee in zich zou opslorpen. Doch de zee werd machtiger en groter in de strijd en toen zij 't laatste rood had opgeslokt scheen zij nog vaal te toornen en worstelde de laatste gloed van 't wapperend vuurlint uit haar golven weg.
De laatste blote halsjes en de laatste witte beentjes waren huiverig verdwenen. De zang van zee en strand was uitgestorven, de glimlach van de wereld was verstard en zware ernst scheen neer te zijgen.
Toen zag ik langzaam een groep donkere mensen naderen. Het waren jonge meisjes in rouwsluiers, vergezeld van een heer met grijze haren en een rouwband om zijn hoed. De meisjes hadden fijne enkeltjes en elegante houding. De heer had iets gebogen-deftigs. Zij gingen zitten op een bank en staarden naar de zee.
Lang staarden zij zonder een woord te spreken. Hun zwijgen paste bij de stilte van het uur. Zij staarden en staarden en hun gezichten zagen bleek, wit-bleek, als 't ware manebleek onder de zwarte sluiers.
Toen wisselden zij eindelijk enige woorden in ondertoon en ik hoorde een uitheemse, welbekende taal. Ik stond op korte afstand en kon vernemen wat zij zeiden.
Zeer gewone, doodgewone dingen. Over de zee, over het laatste na-schijnsel van de verdwenen zon, over het vaal geklots der kalme golven. Dan weer de stilte, de peinzende, starende, bespiegelende stilte.
Twee witte meisjes en twee jongelui wielerden in groep nog