halt gehouden, om het paard te laten uitblazen, en wat zou de boer wel anders kunnen dan ook nog eens hetzelfde te bestellen: een goede, verkwikkende kop koffie met een teugje brandewijn, de drank van de streek, die weinig geld kost en die uitmuntend in zijn smaak valt.
Ik mag niet zeggen, dat ik in Normandië veel dronkaards langs de straten of de wegen heb gezien. 't Is geen uitbundig volk; eerder een stil, sluw, in zichzelf gekeerd volk. Maar het is een opvallend lelijk ras, zowel de vrouwen als de mannen en het aantal gedegenereerde typen: gebochelden, mismaakten, gedrochtigen is er ontzettend. Nergens, in het reeds zo schaars-bevolkte Frankrijk, is het geboortecijfer naar rato lager dan in Normandië; percentsgewijze is het aantal sterfgevallen groter. Normandië, de vruchtbaarste, de rijkste streek van het weelderige Franse land, is met totale uitputting en ondergang bedreigd door de verschrikkelijke, alom-sluipende-en-vretende alcohol-plaag.
Wij voelen liefde en eerbied voor het Franse volk, dat zijn zware beproevingen zo waardig en heldhaftig weet te dragen. Frankrijk, een ogenblik van buiten af met ondergang bedreigd, zal zich nog wel redden en herstellen... op voorwaarde, dat het ook zijn twee grote, binnenlandse vijanden: kinderschaarste en alcoholisme weet te overwinnen.
Een daarvan - de absint - is alvast vernietigd. Het is te hopen, dat zijn akelig tweelingbroertje, - de Normandische koffie, onder de vorm waarin hij nu nog steeds gebruikt en misbruikt wordt, - zo spoedig mogelijk hetzelfde lot zal ondergaan. Zo ooit één vaderland, dan heeft het Franse vaderland vele en gezonde kinderen nodig.