vie des choses’ gaf.
Hij gáf les. Maar hoe goed, hoe wijs, hoe bescheiden! Men kwam naar hem toe, niet om een les te worden opgedrongen, maar om, als een grote gunst, van wat hij zei te mogen genieten. Zijn oordeel, alleen zijn oordeel was de beste en de vruchtbaarste aller lessen. Ik mag hier wel, geloof ik, in naam van zeer velen spreken. Wij allen, jonge auteurs, zijn met schroom en eerbied, met angst en hoop naar hem toe gekomen. Hij was niet licht tevreden. Veel kennende, fijn en diep voelende, eiste hij ook veel. Maar hoe gelukkig was hij als hij werkelijk prijzen mocht! Geen inniger genot voor hem dan weer eens een nieuw, en jong en fris talent te ontdekken. Een enkel woord van goedkeuring bij hem had groter waarde dan bladzijden van anderen. En zijn ontboezeming van geestdrift en bewondering, áls die zich uitte, mocht gelden als de vaste sanctie der voortreffelijkheid van een geschreven kunstwerk.
De kunst voor hem, - hoeft het gezegd? - was 't hoogste en bijna het enigste. Het was zijn grote steun en levenstroost in de vele rampen die hem geteisterd hebben. Zijn schone, heldere geest was als de veilige haven van zijn diep-ontredderd wezen. Is hij wel ooit gans ontmoedigd geweest? Nooit, zelfs onder de zwaarste beproevingen, heb ik hem moedeloos aangetroffen. Hij droeg de hardste slagen met stoïcijnse gelatenheid.
Evenals zijn vreugde, was zijn smart uiterlijk stil, bedwongen. Hij kon zich stalen tegen 't noodlot en filosofisch in het onoverkomelijke berusten. En toch: welke afgronden van wee en levensbitterheid moesten soms in hem verborgen liggen! Eenmaal, slechts één enkel maal heb ik hem als 't ware tegen 't Noodlot zien in opstand komen. Dat was bij 't graf van zijn innig-geliefde, enige dochter. Hij stond daar, bij de open kuil, bleek, stug, stram, gebogen. Roerloos zag hij zijn dierbaar kind in de aarde neerdalen. Toen kwam een van de bedienden met een platte schaal vol witte bloemen naar hem toe, om er een greepje van over de kist te strooien. Vreemd keek hij deze man even aan en had een korte aarzeling, alsof hij niet goed begreep wat men van hem verlangde. Maar toen hij 't besefte schudde hij energisch, heftig bijna, het hoofd, en