was te lunchen. Het was er stamp-en-stampvol en als taal hoorde ik niets als Engels en we voornamelijk een soort Engels van aparte kwaliteit, dat in de diepte van de keel en, ik zou haast zeggen, uit de buik gesproken wordt. Het waren lui van over de grote waterplas: Amerikanen en men kon het hun aanzien dat ze genoten! Zij waren immers uit hun triestig droge land en in Parijs, het enig Parijs, hún Parijs!
Ik heb een paar jaar in Amerika gewoond en het is de grief van heel mijn verder leven lang gebleven, dat ik nooit hún taal heb kunnen leren. De wijze b.v. waarop ze ‘Paris’ uitspreken! Tracht het hun maar eens goed na te doen! Ik heb er mijn slaap voor gelaten; ik heb er mij maanden lang in geoefend, ik heb ijsberend, ginds in New York, op mijn kamer heen en weer gelopen om het te leren; ik heb het afgeluisterd en bestudeerd tot het een martelende obsessie werd en wat ik ervan terechtbracht leek naar niks: ik kón het eenvoudig niet te pakken krijgen!
Nu weer. Met verwrongen trekken heb ik zitten luisteren terwijl de machteloze wanhoop op mijn aangezicht te lezen stond. Maar nu was er ook nog iets anders bij dat mij groot belang inboezemde en zeer sterk boeide: het kwam mij voor dat de Amerikaan niet meer zo uitsluitend wil zijn eigen taal gebruiken, maar ook een andere taal, en wel de Franse, wenst te leren.
Als schoollokaal kiest hij daarvoor een of ander Parijzer luxerestaurant uit en, als leermeester, of, juister gezegd, als leermeesteres, een jonge, meestal niet onknap-uitziende, zogezegde Parisienne.
Dat gaat zo: zij zitten samen aan een tafeltje behoorlijk te lunchen: de Amerikaan met slappe boord en sportlike pak; de ‘Parisienne’ geverfd, gepoeierd, met blote hals en misschien wel echte paarlenketting. Misschien ook niet echt, doch dat doet weinig ter zake: het gaat om de les!
De Amerikaan uit enkele schorre klanken: ‘comman dites-vo cela?’ vraagt hij naar het brood wijzend.
- Du pain, antwoordt de ‘Parisienne’ met geanimeerde glimlach.
- Du pain... bread... herhaalt de Amerikaan; en meteen klinkt in mijn oor de welbekende gruwelklank die ik tever-