alsof hij een Alladin zelf was, ons verwelkomende, opgewonden en verrukt aan de deur van zijn schatkamer die hij ons nu voor het eerst zou laten aanschouwen.
En de gasten?? Drie weinig modieuze dikke Amerikaanse dames, dan een bejaarde heer met een rond flauw gezichtje en waterige blauwe ogen, een stijf-correcte magere Engelsman, zijn sentimenteel vrouwtje met kort haar en nog kortere rokjes, een donkere Fransman met een ondeugend smuilende mond, zijn geverfde gemalin en een Franse gids van de C.I.A. die deze feesten reeds zo dikwijls had meegemaakt en dus blasé was; en dan wij drieën en onze zeer verlegen, fatsoenlijke Schotse kamenier. De cheriff geleidde eenieder persoonlijk bij de hand, naar zijn zitplaats en eenieder plofte zwaar neer, niet gewend aan die lage kussens en ongemakkelijk verschuivend buigend en trekkend met de benen, geen raad wetend met zijn ledematen en stijf gegeneerd door een corset, een gesteven overhemd en de verdere Europese kleding. Het concert begon, of liever gezegd een gedwarrel, gegons, gepiep, gemiauw en gekerm van instrumenten. Ieder muzikant scheen bezig te willen zijn, hoe en waarom, wist hij nog niet. Maar met bekend Arabisch fatalisme was hij overtuigd dat hij er wel op een of andere manier zou komen. Op dezelfde wijze verhieven zich de stemmen en de cheriff op een hoog kussen dicht bij zijn muzikanten gezeten, knikte behaaglijk met het hoofd en klapte in de handen.
Zo verliep een poosje en toen begon één stem te domineren schel en hard en dan een tweede stem, tegen de andere in. En opeens sprong een klein jong vrouwtje naar voren... en la ‘danse du ventre’ begon. Eerst schoof zij haar schelkleurig geborduurd ceintuur wat in de hoogte, toen strekte zij beide armen voor zich uit, een klein doekje strak van hand tot hand gespannen en terwijl haar gehele lichaam roerloos bleef schuifelde zij op haar kleine voetjes naar voren haar buikje bewegend, deinend, kringelend wiegelend, de mondhoeken omlaag getrokken, de grote zwaargewimperde ogen glanzend als vragend naïef starend en de muzikanten opeens uit hun dromen ontwaakt, speelden een vreemde, krijsende, heftige melodie begeleid door de hese harde stemmen van de nu opgewonden mannen en vrouwen. Wilder, onbeheerster