Verzameld werk. Deel 6
(1980)–Cyriel Buysse– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 587]
| |
zwepen op de rug van de magere paarden; en dan ineens, onder de sierlijke boog van een antieke Moorse poort, de verrassende krioeling van de soek. Een deining van kleuren en beweging! Neergehurkte Arabieren op de drempel van winkeltjes van niemendal; wit-gesluierde, langzaam voortschuivende vrouwen met slechts één zichtbaar oog; overladen ezeltjes met neergebukte hoofden, gelaten voortgedreven door de harde stok; bedelaars in onbeschrijfelijke lompen van op elkaar genaaide kleurenlappen die aan flarden hangen; smekende blinden met uitgestoken handen; stoeiende knapen op blote voeten; uitstallingen waar men braadt en bakt; slachtershokjes waar rauwe, als 't ware nog lillende stukken vlees aan spijkers hangen; en dan die grote, rustige gevaarten van kamelen, die met hun brede en hoge vracht het ganse steegje vullen, als reuzenschepen door een veel te eng en vol kanaal. Dat alles in blakende zon of koele schaduw, onder een hemel van korenbloem-blauw. De kleuren tintelen; de reuken benauwen; de rauwe, Arabische keelklanken dreunen in de smalle ruimte. Aan een helder fonteintje in een mozaïekgevel vullen de waterdragers hun zakken en tegen de saffieren hemel rijst een goudgele minaret, als een zacht-troostend beeld van verheven schoonheid. Dáár, onder een tweede antieke, Moorse poort, als bij de ingang, loopt de ‘soek’ weer op 't banaal-moderne leven uit: auto's, rijtuigen, winkels, stof en drukte, en een verblindendwitte boulevard, beplant met ziekelijke palmbomen... |
|