staren zij vóór zich uit, gelaten, fatalistisch. O de grond uitgespreid ligt een bergje sinaasappelen, verder bruin-glimmende dadels, nog verder een hoopje verlepte groenten of zaden in grote open manden. Soms spreken zij met elkaar in hun gutturale, rauwe taal. Soms flitsen hun ogen, hun tanden; soms roken zijn hun lange, kleine pijpen, maar aldoor blijven zij achter hun geelrood wankelend vlammetje zitten, dat zijn zwakke schijnsel fantastisch over hen heen werpt.
Opeens een klagende klank, een hartontroerende, uitgerekte klacht, die de nacht schijnt te vullen en dan twee stemmen, die zeurig-eentonig neuriënd beginnen te zingen. Het is alsof de kermende, schrille fluit het ritme aangeeft, door een onvermijdelijk noodlot gedreven. Het is alsof het zeurend gezang even uitspreekt wat in die harten leeft van ontmoedigde afwachting, nijpende armoede en hijgend verlangen. Het volk schaart zich om de muzikanten, een brede kring wordt gevormd, en dan staakt de muziek opeens haar geklaag, en de verteller verheft zich, een grote, bottige, magere Arabier. Hij werpt de zware kap en mantel van zijn schouders. In hun midden staat hij, als een reus, en begint te vertellen. Eerst rustig, ernstig. Dan beginnen zijn donkere ogen te flonkeren, zijn smalle bruine armen en handen te gesticuleren. Hij beweegt zich heen en weer en windt zich meer en meer op. Zijn ogen schieten vonken, zijn handen grijpen driftig om zich heen, als wilde klauwen. De woorden stromen van zijn dunne lippen, bijten door zijn blanke tanden en elk woord klinkt als een vloek, als een vermaledijding! De groep om hem heen leeft met hem mee, onbeweeglijk; maar in het licht van een oplaaiend vuur ziet men hun ogen elk woord, elke beweging volgen. De trekken blijven strak en ernstig; toch voelt men een spanning, een opwinding die in hen leeft, zó ontembaar, zó wild, dat wij als Europeanén innerlijk ervan terugdeinzen. Men voelt een volk van ontembaarheid; een volk van het zwaard, van het vuur; en als contrast een volk van de diepste, ongelofelijkste gelatenheid en berusting. Allahs wil geschiede!