heden, het Parijs dat werkt, en zorgt, en lijdt, het Parijs dat niet meer het echte Parijs heet te zijn en misschien wel juist het echte Parijs is, - het nationaal Parijs van de Fransen, in tegenstelling met het cosmopolitische Parijs van de vreemdelingen, - dat Parijs is mij veel sympathieker en veel liever dan het andere.
Ik ben er slechts heel kort gebleven. Dank zij de vriendelijke bereidwilligheid in het ‘Bureau de la Presse’ waren mijn papieren voor het front spoedig klaar en kon ik reeds de derde dag van mijn verblijf vertrekken. Ik ben er slechts lang genoeg gebleven om intens het ontzettend verschil in oorlogstijd tussen Londen en Parijs te voelen. Het is alsof deze beide steden eensklaps van aard en karakter hebben omgeruild; alsof Parijs Londen en Londen Parijs geworden is: de ene plaats een en al woelige luxe en lichtzinnige, wufte, oppervlakkige vrolijkheid; en de andere ernstig zonder gedrukt te zijn, nobel en waardig in haar lijden. Parijs die een luxevrouw, ik zou haast zeggen: een cocotte - was, is als een sterke, stoere man geworden met op elkaar geklemde tanden en met stug-gefronste wenkbrauwen; en Londen, de schone, sombere, machtige, viriele stad is eensklaps in een futiele, wufte, lichtzinnige vrouw veranderd. En daarbij komt nog wel het zeer eigenaardig verschijnsel, dat men te Parijs, bijna onder de rook van de vijandelijke kanonnen, van de eigenlijke oorlog uiterlijk zeer weinig merkt, omdat men er zogoed als geen soldaten noch officieren langs de straten ziet, terwijl Londen, dat veilig-ver van de strijd verwijderd is, de indruk maakt alsof de vijand vóór de poorten lag, omdat het er wemelt van uniformen, van auto's vol officieren, van verminkten en gewonden, van al de rusteloze drukte die een groot leger na zich sleept.
Toch heb ik in het stille Parijs één beeld van de oorlog aanschouwd, dat mij onverjaagbaar bijgebleven is.
Op de binnenplaats der Invaliden zijn een aantal oorlogstrofeeën voor het publiek tentoongesteld. Het zijn op de vijand veroverde kanonnen, mitrailleuses, loopgraafmortieren, enkele vliegmachines en stukken van een neergeschoten Zeppelin. Er is ook een Franse vliegmachine, een Caudron met twee negen-cylinder Auzani-motoren die, hoewel ont-