Ik vind Parijs (dat Parijs wat wij, vreemdelingen, helaas! alleen kennen) een dievenhol, een ‘mauvais lieu’, een moordkuil, een bordeel. En daarenboven een vuil, lelijk, triestig, vervelend bordeel. Ik verveel mij in Parijs, gruwelijk, grenzeloos, buiten alle proportie. 't Liefst blijf ik er gans alleen in mijn sombere hotelkamer zitten, als een verschuwde uil in zijn hok, in stom-verslagen roerloosheid wachtend tot ik er weer uit zal geraken.
Het is geen onwil, geen voorgenomen systematische vijandelijkheid, geen zwartgallige brompotterij: ik voel mij oprecht, en diep, en formidabel ongelukkig in Parijs.
Ik heb toch weer mijn uiterst-best gedaan om het er aardig en mooi te vinden, en 't is me niet mogelijk, ik kán niet.
Ik heb nog eens het Louvre bezocht en wat ik mij ook inspan, ik kan het er niet anders vinden in die grote, slecht-verlichte zalen, dan een dood-vermoeiende rommel van zeer zeker meestal op zichzelf kostbare en prachtige, maar om-er-gek-van-te-worden door elkaar gegooide en gehangen dingen. Ik vind het geen museum, 't is een paleis, of een rijke rommelwinkel, zoals ge wilt, maar overstelpt en overladen om er hoofdpijn van te krijgen.
'k Heb in Parijs gewandeld! Pardon, als ik het zo uitdruk. Ik bedoel dat ik een paar ochtenden mijn leven heb gewaagd in de onzinnige hoop van hier of daar, tussen twee vuilnishopen, een mooi uitzicht of monument te kunnen bewonderen. Misschien is zo iets niet onmogelijk om vier of vijf uur 's morgens; maar om tien, of elf, of twaalf uur is het geraden eerst je testament te maken.
'k Ben naar de theaters geweest! Hoho! de Parijse theaters! De illusie, de levensdroom van ieder vreemdeling of provinciaal! Die mooie stukken van Capus, van Bernstein en van Bataille, de gróte succes-stukken! Ik heb ze gezien. Ik heb er zo twee of drie gezien. Wát ik gezien heb en van wie het was, dat weet ik niet meer. 't Komt er ook niets op aan. 't Was in elk geval van een van de succes-fabrikanten, en 't was altijd en overal precies hetzelfde: overspel in drie of vier of vijf bedrijven. Ik vraag me zelfs af waarom die industriëlen al hun produkten zo niet ondertitelen: een of andere flink-sensationele titel en dan daaronder, in plaats van drama, comedie, of