distrikt, waar dag en nacht de zwaar-bevrachte wagens rijden. Die ruïneren de weg en men heeft geen tijd hem te herstellen. Daarbij een stof, een vuilgrijze, askleurige, rookfijne stof, die alles bedekt en overal doorheen dringt.
't Zijn wijngaarden, en nog wijngaarden, en nóg wijngaarden, tot in 't oneindige. Maar niet de mooie, rijke, zwoele wijngaarden als in Bourgondië: de arme, schrale, sjovele wijngaarden, die een goedkoop en zurig wijntje geven, een drankje, waarvan het gezicht vertrekt. Hier heeft Vincent van Gogh gewerkt, en men herkent het landschap door zijn schilderijen. Ik zou niet durven beweren, dat ik in de kleur van de bevolking zijn groene maaier heb herkend: de afgebeulde man met groen gezicht en groene armen, die, onder een groene zon met groene stralen, zichtbaar als de spaken van een wagenwiel, een brandend-gele akker afmaait; maar, wat men dadelijk herkent, dat is 't getormenteerde van dat landschap, die dorre hitte, die droogte, die dorstigheid, waaronder de lage, rood-bruine, alom wijd uitgestrekte wijnakkers zich schijnen te wringen, terwijl de zwarte cypressen, als gefolterde en gerevolteerde Mefisto's, om lucht en leven uit de barre bodem opspiralen.
Montpellier: asgrijze stad, asgrijze stof, banaal-moderne straten en banaal-moderne huizen, een stad zoals er duizend andere zijn. Er is een mooi museum van schilderijen in Montpellier. Zullen we daar even ophouden, bezichtigen? Neen; wij zijn niet in de stemming. Trouwens, wij voelen ons, op deze reis helemaal niet artistiek of litterair aangelegd. Wij reizen als natuurmensen, willen enkel de dingen van buiten af, in helder dag-en-zonnelicht bekijken. Vooruit dan maar! En steeds meer zon, en stof, en wijngaarden, en slechte wegen, en nóg meer wijngaarden en nóg meer wijngaarden, met wegblauwende bergen in 't verschiet. En dan Béziers, het toppunt van de akeligheid, een land dat als 't ware onder een asregen ligt begraven, met wegen zó slecht, dat het soms geraden is om naast de weg, door 't kluiterig droog land te rijden.
Maar na Béziers wordt het iets beter. Wij raken, goddank, uit de schrale, stoffige wijngaarden, de veel betere weg wordt sterk-stijgend-en-dalend, het land begint te groenen, alsof er