Si les filles d'Arles sont reines
Quand le plaisir les rassemble aux arènes,
Dans la lande en feu, je crois,
Les bouviers aussi sont rois.
Aangezien wij de ‘reines’ niet vinden, laten we dan maar de ‘rois’ opzoeken. Die zullen stellig nog niet naar bed zijn. Helaas! nog minder ‘rois’ dan ‘reines’. De schaarse ‘rois’ die wij in 't somber-doods oud stadje zien, zijn ongeveer gekleed als onze landlopers en schooiers, en staan gebakken vis te eten met olijven, in een openluchtig tentje, bij een walmend oliepitje.
Maar eindelijk vinden wij de dichter zelf.
Hij staat daar, op een voetstuk, midden op het Forum, bij een fontein onder romantische platanen, vlak vóór het hotel waar hij gewoonlijk afstapt en waar ook wij onder dak zijn gekomen. Hij staat daar, vereeuwigd in brons en kan zichzelf bewonderen, telkens als hij uit zijn geliefd Maillane naar Arles komt.
Hij lijkt op Buffalo Bill, zoals hij daar staat. Het is dezelfde mooie kop met breedgerande flaphoed, dezelfde fiere, nobele, martiale houding. De zachtzangerige Félibre en de ruwe cow-boy, 't is of zij uit het zelfde aardse stof waren geschapen, en, als ik er even over nadenk voel ik die gelijkenis niet eens zo vreemd en abnormaal: Mistral is immers ‘le bouvier de la lande en feu’, zoals Buffalo Bill de wilde herder uit de ‘Prairie’ is; en zelfs de ‘lande en feu’, ‘la Crau’ is niet zo sterk verschillend van het Amerikaanse ‘Far West’. Wat verschilt is het nieuwe en het oude; het oude vol traditie, vol weemoedige zachte poëzie; het nieuwe: hard, wild, ruw, Amerikaans.
De Amerikaanse Mistral zal eerst later, veel later geboren worden, als hij ooit geboren wordt.
Wij, noordelijke mensen, gewend aan de eeuwig-durende vochtigheid van ons droef klimaat, kunnen 's nachts geen water horen vallen, of wij denken dadelijk aan regen.
Zo was 't geval met mij die nacht, te Arles, in het hotel op de ‘Place du Forum’.