Verzameld werk. Deel 6
(1980)–Cyriel Buysse– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 234]
| |
grijze dorpjes op de zonnige hellingen; bergen met witte wolken om hun top; bergen links en bergen rechts, omlijstend in de diepte een brede, zacht kronkelende rivier... 't is mooi, romantisch-mooi, als de sprookjesvertellingen uit onze jeugd. Zo strekt zich voor ons uit het Rhône-dal. Lyon, in zijn diepe kom, lag, als bijna altijd, nevelgrijs en grauw van rook en mist; maar boven op de hoogte van Saint-Symphorien was 't als een blijde zonnevuur dat op ons wachtte, een heerlijk-zacht-strelende straling in een helderblauwe hemel. En mijn dames, mijn lieve dames, die de vorige dag van de zwoele rijkheid van de Bourgogne-streek maar half genoten hadden en ook verder 't vale land wel erg eentonig vonden, genoten nu weer en juichten, gans herlevend in de warme zonnekoestering onder hun van lieverlede neerzakkende plaids en mantels. Zij zagen bloeiende rozen langs de gevels van de huisjes en wilden die plukken; zij vroegen of 't niet mogelijk was zomaar ineens tot de violette en roze bergen door te rijden, en zij hadden ook wel graag gevaren op het blauwe water van de Rhône, steeds rustig zittend in de auto, die dan een schuitje zou geworden zijn. Ik deed hun de eerste, nog schrale, zilvergrijze olijfboompjes opmerken, en ook de sombere cypressen, die, in dichte, zwarte, tegen de wrede mistral-wind beschuttende hagen, als langs kerkhoflanen staan, en ook de teer-zacht-groene pijnbomen, de altijd frisse en groene, die als een lenteglimlach zijn naast het te somber harde van de cypressen. ‘Les pins du Midi’ noemde ik ze in 't Frans, wat aan mijn tweede dame, die wel aan distracties lijdt, de vraag ontlokte: - Pain du Midi! Waar ziet u dat? Is er hier een bijzonder soort brood? Zo reden wij de ganse dag, langs de rivier tussen de bergen, onder de blauwe hemel en de warme zon. Wij zagen die vrolijke, zonnige, als 't ware voortdurend zingende en jubelende steden: Vienne, Tournon, Valence, Montélimar (waar we géén nougat kochten), Orange met zijn in het oranje avondlicht goudroze wordende, Romeinse triomfboog en théâtre antique, en nog juist vóór schemering kwamen wij te Avignon aan. |
|