fijn juweel in de prachtgordel van haar groene parken. Er hangt een deftige, rijke rust over, en 't is of de bevolking zelf enigszins die stempel van voornaamheid draagt. Geen holle drukte, geen joelend lawaai hier op straat: kalmte, stemming, ernst, die bijna een ietsje zwaarmoedig aandoet, alsof de mensen daar nog meer in 't stil-glanzend verleden dan in de hedendaagse ‘struggle’ leven.
In die mooie stad, - het spreekt vanzelf - hadden wij ook een prachthotel, met al de nieuwst-moderne ‘comfort’. En mijn dames, die verwend, en wel een beetje vies zijn uitgevallen, tonen zich uiterst verrukt daarover. Zij beschouwen het hier als de eerste gelegenheid sinds ons vertrek, waar men zich eens goed en flink kan wassen, en in hun kamers zijn de waterkraantjes druk aan 't vloeien. Zij nemen een bad, en, aangezien men niet weet in welk soort van hotel men morgen zal aanlanden, nauwelijks afgedroogd, nóg een bad, als provisie voor later. 't Lijkt wel verrukkelijk. Een echt buitenkansje! Heerlijk om nu zo fris aan tafel te gaan.
Maar waar blijft toch de tweede van onze dames? Wij zitten al een hele poos, wachtend, in de mooie, lichte, wit-en-gouden eetzaal, en zij komt maar niet te voorschijn. Zou ze soms een dérde bad genomen hebben?
Ah! daar is ze...! Maar wat ziet ze 'r vreemd uit, rood; stuiplachend, gevolgd door een maître d'hôtel, die zich stijf en deftig poogt te houden, doch blijkbaar ook alle moeite heeft om niet in een lachbui uit te barsten.
- Wat is er toch gebeurd? vragen wij met verbazing.
Ach, niets zo bijzonders, maar onze dame, die wel eens aan distractie lijdt, heeft er weer eentje begaan. Na de bad- en kleedpartij beneden komend, is zij maar, op goed geluk af, een gang en een deur ingegaan, om te dineren. Zo is ze in een zaal gekomen waar werkelijk mensen - en nog wel bijzonder vrolijke, zaten te eten.
- C'est bien pour la salle des courriers, mademoiselle? had een kelner op de drempel haar met bedenkelijk gezicht gevraagd. En mijn dame, in mooi avondtoilet, had maar kordaat ‘oui oui’ geantwoord en was kalm aan een tafeltje gaan zitten, op ons wachtend.