waar het hem in zit, maar het gewoonste Frans infanteristje doet je dadelijk aan 't slagveld, aan de vermoeienis der afmattende tochten, aan het stormen der paarden, aan het schitteren der blanke wapens, aan het gedonder der kanonnen, aan de rook van het kruit, aan het wapperen der vlaggen en het sterven der gewonden denken.
Sedan...! Men ziet de kleine stad daar in het Maasdal liggen, grijs-grauw, onbeduidend, zonder karakter. Men houdt er niet op, 't is maar een naam, en die naam klinkt te groot en te wreed voor de thans nuchter-waarneembare werkelijkheid. Men keert links om, over een brede, rechte weg: de weg naar Bazeilles!
Dáár is 't gebeurd! Dáár heeft de wrede strijd in zijn allerhevigste razernij gewoed. Daar staat, links van de weg, recht tegenover het pad dat naar het dorp leidt ‘la maison des dernières cartouches’ en een eind verder, zijlings van het dorpspad, in de diepte, ligt het kerkhof, met de ‘Ossuaire’. Het was een mooie, hete zomerdag, 1 september 1870!... Zo kwamen ze, de Beiersen, in drommen uit de vallei naar de hoogte, schuilend achter ieder struikje, boompje, muurtje, en zo werden ze door de verborgen opgestelde Fransen neergeschoten. Hoeveel vielen er onder de kogels van de in het huis ‘des dernières cartouches’ verscholen vijanden? Het veld lag donker van de lijken. Maar steeds kwamen er anderen... anderen ten aanval opdagen, ook de verdedigers slonken tot een handvol dapperen en eindelijk, na een strijd die meer dan zeven uren duurde, moest de witte vlag van de overgave op het moordend huis gehesen worden.
Nu liggen zij daar allen samen op het kerkhof, in de afzonderlijk voor hen gebouwde ‘Ossuaire’, de Fransen rechts, de Duitsers links, met een middengang tussen hen beiden.
De Fransen zijn door matte, kleine buitenramen met een geelachtig licht beschenen; de Duitsers liggen gans in 't donker. Maar 't is precies hetzelfde: de Dood heeft dat alles eender gemaakt.
Die ontelbare schedels en beenderen hebben een aparte, eigenaardige kleur. Of liever: 't is een aparte, mysterieuze atmosfeer die er omheen hangt. 't Is die stilte, die als 't ware voelbare en zichtbare doodse roerloosheid en stilte, gepaard