14 september
't Geluk van aan die lunch nu niet te zitten! Ach, mevrouw is zo lief en zo goed: die zal 't mij heus niet kwalijk nemen. 'k Zal haar de volgende week eens gaan opzoeken en haar ronduit bekennen, dat ik er geen zin in had. Zij zal mij begrijpen; z'is zo bijzonder lief en aardig. Maar ik ben overtuigd dat mademoiselle K. het mij kwalijk neemt, als zij hoort, dat ik ook uitgenodigd was. Dat zal ik dadelijk merken aan haar