11 juli
Ik zie ook zo graag de hier en daar verspreide, eenzaamkleine, arme huisjes als verloren in de oneindigheid der velden staan.
Ze zijn wit of roze met blinkend-rood pannendak en groene luikjes; en vóór het lage geveltje langs beide kanten van 't boogvormig deurtje, groeien mooie ouderwetse bloemen, sneeuwwitte lelies, oranje amaryllis, grote zonnebloemen en verrukkelijke mosrozen, die je heerlijk tegengeuren als je in de weg voorbijwandelt.
Kalm geluk en vrede schijnen daar de heersen. Men voelt een leven van luttel verlangens en gemakkelijk te bevredigen eisen.
Als je daar tegen 't middaguur voorbijloopt komt een reuk van gebakken uien en kaantjes je tegemoet gewaaid en je hebt zin om er binnen te gaan en eenvoudig mee bij het rustiek smakelijk noenmaal aan te zitten.