Niets te zien daarbuiten, behalve droeve, kale vlakten tussen droeve, kale bergen; en de trein zelf het toppunt van viezigheid en ‘uncomfort’: overal stof en nergens water; geen restauratiewagen en voortdurend oponthoud bij kleine plekjes; een exprestrein trager dan een boemel, en zo een ganse dag lang, van tien uur 's ochtends tot laat in de avond.
In mijn coupé zaten nog drie andere reizigers; vlak naast mij een zeer verliefd en jeugdig paartje, dat heel veel pret had; en tegenover mij een dikke meneer met kleine oogjes, die af en toe vriendelijk naar mij opkeek, alsof hij wel zin had om de lange, saaie reis door een praatje op te fleuren. Ik hield hem eerst niet voor een Italiaan. Hij had het type van een Duitser. Maar op een gegeven ogenblik vond hij aanleiding om enkele woorden te wisselen met het verliefde paartje, en deed dat in zulk rad Italiaans, dat ik geen ogenblik aan zijn nationaliteit meer twijfelde en tot de conclusie kwam, dat er dus ook wel echte Italianen zijn, zo dik en log en oer-gemütlich, als de echtste en gemütlichste onder de oer-Duitsers.
Nu en dan, aan de kleine, griezel-vuile stations, kwamen andere reizigers binnen, meestal neutrale mensen, zoals men overal ziet, maar soms ook wel ‘typen’: donkere kerels, met zwarte snor en zwarte ogen, en vooral keurige, jonge officiertjes, in de meest flatteuze uniformen die men denken kan.
Ik twijfel er niet aan of haast elke jonge vrouw moet op zulk een uniform verliefd worden. Wat zit dat mooi, als om het slanke lijf gegoten, zo echt bekoorlijk van snit en van kleur! Het is zo mooi als in de opera en je zou elk ogenblik verwachten, dat zij een grote ‘aria’ zullen gaan zingen. Ik kon er mijn ogen niet van afwenden, ik genoot ervan als een kind van zijn speeldoos-soldaatjes, zó dat mijn overbuurman eindelijk mijn bewondering merkte en met een goedig lachje, terwijl hij twee kavaleristjes nakeek, die juist onze coupé verlieten, eensklaps familiair in heel goed Frans mij toesprak:
- Il sont beaux, n'est-ce-pas?
- Superbes! antwoordde ik met overtuiging. En meteen begonnen wij het door mijn buurman reeds lang gewenste praatje.
- U spreekt uitnemend goed Frans, complimenteerde ik.