Verzameld werk. Deel 6
(1980)–Cyriel Buysse– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 67]
| |
uitbotten gestaan, klaar om te bloeien en toch maar niet bloeiend, als een belofte die maar niet scheen verwezenlijkt te kunnen worden. Men denkt er niet meer aan, men kijkt er niet meer naar, men is de teleurstellende kamperfoelie vergeten; doch al ineens, op een avond, houdt een verrukkelijke geur je staan: je kijkt, je zoekt en ziet de lieve wilde kamperfoelie bloeien! 't Zijn alom slingers en festoenen van groene ranken en grillige, geelblonde bloemen; bloemen zo mooi als orchideeën en zo fijn-geurend als rozen; het ganse bos is er ineens propvol van; het is alsof een fee was rondgegaan, die op mysterieuze wijze al de heesters voor een toverfeest heeft getooid. |
|