4 april
Nog eens een dag gedwongen, negatief stadsleven. Een dag van bromgezicht en saamgefronste wenkbrauwen. De ganse dag gerookt en uit louter balorigheid niets willen eten. Een humeur om zo'n stad met dynamiet te laten springen. Enkele kennissen ontmoet, die mij leutervragen stelden. Inwendig gevloekt, terwijl mijn gezicht zich tot een beleefdheidsgrijns verwrong. Met stugdichte ogen in de trein terug en heel en al verbruut naar bed.