binnen gedregen. Hij es dued!
Fluks keek ik naar ‘'t hoveken’ op. Rechts en links van het lage boogdeurtje stonden twee karabiniers met het geweer aan de voet, op wacht. Onder de fruitbomen van de boomgaard een tiental mensen, die stil spraken en halsstarrig naar een van de kleingeruite vensterraampjes van het boerderijtje keken. Even verder, om de hoek van 't stalletje, stond nog een groepje; en, toen ik erbij kwam, zag ik daar een mooi, jong paard liggen, nog gans opgetuigd, maar dood, met donker bloed dat uit de muil liep en zich langzaam stolde tussen de als 't ware grijnzende tanden.
- Es hij hier geschoten? vroeg ik.
- Joa hij, meniere en daarna gekropen tot op de wig, woar dat hij hem duedgebloed hee. D'andere zijn wiggevlucht.
Achter het huisje om ging ik weer naar de landweg toe. Ik drong tussen de schouders door en keek.
De menigte stond er nog steeds op dezelfde plaats rondom een donker, vochtig plekje, waar een man, met zijn klompen, in langzame beweging zand overheen schoof. De vlek breidde zich open, klonterde zich, verdween van lieverlede onder 't gele zand. Toen er niets meer aan te zien was dan hier en daar nog een roodachtige schemering onder de grijze stoflaag, ging de menigte langzaam uit elkaar en verspreidde zich weer rondom het dode paard en bij de anderen, die onder de fruitbomen naar de wacht houdende karabiniers en naar het kleingeruite raampje, waarachter zij wisten dat de dode lag, stonden te staren. Zij zeiden niet veel, de gezichten staarden strak en bleek; er waren een paar vrouwen bij, die in stilte schreiden.
Ik vroeg of ik even naar de gesneuvelde mocht gaan kijken. 't Werd mij beleefd, maar positief geweigerd. Toen ging ik nog eens bij het bloedplekje in 't zand, waar nu niemand meer stond.
Daar lag dus het einde, het graf van een mens! Dáár, in dat vuil, vochtig plekje, lag een verleden, een heden, een toekomst, een levensgeluk! Waarom daar gekomen, als vijand van een land, dat hem nooit iets misdaan had? Waarom niet gebleven waar hij was, waar hij tevreden en gelukkig leefde? Waarom!...