sten, dat hij alles, in een bruuske vlaag van opstand, overhoop zou schoppen, als het nog lang zo duren moest.
Maar tevens was hij bang, vreselijk bang voor het schandaal, en de scènes, en de onherstelbare vernieling van zijn ganse toekomst. Terugkeren naar Euzeke was de besliste brouille met heel zijn familie en, als gevolg daarvan, de gewisse, onoverkombare ellende; nog langer leven als hij thans gedwongen werd, was de pijnlijkste der folteringen, die hij haast niet meer dulden kón. Daarbij kwam nog de wroeging van 't geweten, en onder de angel van die wroeging herleefde ook weer scherp zijn ongedode liefde en het fysiek verlangen naar zijn minnares. Zij was een deel van zijn leven geworden, een dwingende, tirannieke behoefte, iets waar hij weldra hevig en vurig weer naar snakte, omdat hij 't niet meer had.
Wat deed ze nu? wat dacht ze nu? hoe doodde ze de lange uren van de dag, in al die lange, droeve weken van wanhopig wachtende verlatenheid? Wat zou hij niet gegeven hebben om haar nog eens te zien, om nog eens iets van haar te horen! En zijn radeloze angst verergerde, telkens hij dacht aan 't kind, dat nu welhaast zou komen. Hoe kon, hoe moest dat alles eindigen, zonder dat hij er nog iets van afwist, zonder dat hij er nog iets van hoorde? Was 't niet onmenselijk en onnatuurlijk-wreed én voor hem, én voor haar?
Nog veel erger werd het, toen hij, na een nieuwe zending van honderd frank, het geld terugkreeg, met een bericht van de post, dat de geadresseerde uit het huis in de Holstraat verdwenen was, zonder haar adres achter te laten. Gelukkig dat zijn moeder juist op dat ogenblik niet thuis was en hij zelf met de postbode kon spreken! Wat 'n scène zou het anders niet geweest zijn!
Maar 't was een zwakke, droeve troost voor hem, dat zijn moeder 't niet ontdekte, en dagen en nachten martelde hij nu zijn geest af om te gissen, wat er wel van Euzeke mocht geworden zijn. Hij dacht dat ze misschien een toevlucht had genomen bij haar tante, de strenge tante, die zo scherp haar wangedrag had afgekeurd, of dat ze weer haar intrek had gekozen bij Jeannette; of dat ze... ach, hij wist niet waar verdwaald was: al nutteloze onderstellingen, die voor hem tot geen oplossing konden leiden, omdat hij bewaakt, bespied,