VII
Gans onverwacht keerde Dzjeurens op een middag van zijn reis terug. Hij stond daar ineens, vriendelijk glimlachend als altijd, met een valiesje aan de hand en vroeg Ivan of hij hem weer naar Blue Springs vergezelde.
Ivan kreeg een kleur van verrassing en plotseling verlangen. Dzjeurens wist reeds, dat hij van zins was te trouwen; maar dat was geen bezwaar, zei Dzjeurens; Ivan moest vóór die tijd toch in ieder geval even naar Amerika terug om zijn geldelijke zaken te regelen.
Eigenaardig dat Ivan daar zelf nog niet eens aan gedacht had, althans er nog niet over had gesproken. Het had natuurlijk ook wel kunnen geschikt worden door tussenkomst van Oculi, maar het was toch veel beter, dat hij zelf ging en hij had immers zijn retourbiljet, waarvoor Gladys had gezorgd.
- Joa, 'k zoe eigenlijk wel moeten goan! zei hij aarzelend.
- Och Hiere, wa zal Lisa zeggen! schrok Moeder.
Dzjeurens glimlachte meewarig:
- Business es business, da goa toch veur alles, Moeder!
- Ha! 'k Zoe ziere goan! juichte eensklaps Peetsen met stralende ogen.
- Woarom? vroeg Moeder verwonderd.
- Ha! da es azue 'n gedacht! zei Peetsen. - 't Zal d'r meschien mee veranderen!
- Wa zoe d'r veranderen, dwoaze jongen?
- Hawèl, dien treiw meschien; os Ivan zijn medám were ziet! lachte Peetsen.
- Moar jongen, ge zij gij toch wel zot! riep Moeder verontwaardigd. - 't Es wel da Lisa ou nie 'n huert!
- 'k Zeg ik mijn gedacht! zei Peetsen, zich hinkend omdraaiend.
Lisatje kwam binnen en 't nieuws werd haar medegedeeld.