XXI
Het was me een opschudding in't houten huisje, toen Dzjeurens en Ivan die avond laat terugkwamen! Zij hadden daar ook reeds het avondblad in handen en maakten hun voorspellingen.
- Keane zal meer dan de helft van zijn personeel kwijt geraken als de fabriek er eenmaal staat! voorspelde Oculi.
Franklin deelde zijn mening.
- Hoe dan ook, voor ons is 't goed! voer Oculi voort. - De gronden zullen tot in 't waanzinnige stijgen! Maar 'k ben benieuwd om morgen den ‘boss’ zijn gezicht te zien!
Ja, daar waren zij allen benieuwd naar. Molly en Clotilde zaten als verslagen en Maria had vuurrode konen van opwinding.
Ivan zei niets. De hele zaak ontstemde hem. Mr. Keane zou natuurlijk woedend zijn;... en mevrouw,... wat zou die wel zeggen?
Maria stelde hem plotseling de vraag, die hij zichzelf in stilte stelde:
- Wa zal Mrs. Keane doarvan zeggen?
Ivan haalde zijn schouders op. 't Verveelde hem. Hij voelde zich giftig worden op zijn schoonzuster, omdat zij hem zo peilend en doordringend aankeek. Hij voorzag verwikkelingen, onaangenaamheden zonder eind.
Wat Mr. Keane over 't nieuwsje dacht was duidelijk genoeg op zijn gezicht te lezen, toen hij de volgende ochtend met Ivan in zijn auto op de fabriek verscheen. De directeur stond hem zenuwachtig bij de ingang af te wachten en nog vóór hij uit zijn wagen steeg, riep Mr. Keane zijn ondergeschikte toe: - U hebt de ‘Herald’ gelezen! We krijgen ernstige concurrenten: Mr. Pupke en O'Healy! Hahaha!