hielp haar een enkele maal, waar zij naar zijn oordeel niet flink of niet snel genoeg handelde. Hij durfde dat doen, omdat hij voelde, dat hij 't moest doen. Zij was zijn meesteres en toch was hij in de auto de baas. En zodra hij meende, te merken, dat zij moe begon te worden, vroeg hij beleefd of zij niet even rusten zou, terwijl hij verder doorreed.
Zo gingen zij, af en toe van plaats verwisselend. Dan voelde hij de zachte warmte van waar zij gezeten had en een fijne violettengeur - haar parfum - omwasemde hem even met zachte bedwelming. Hij vond haar veel voorzichtiger, dan hij gedacht had. Telkens, bij de ingang van een kleine stad of dorp, overhandigde zij hem weer het stuur. Hij vond haar zelfs overdreven omzichtig en bij een kleine plaats, waar bijna geen verkeer was, raadde hij haar aan maar kalmpjes door te rijden. Zij deed het en juichte, blij als een kind, toen zij het er goed had afgebracht:
Zo reden zij, het grootste gedeelte van de dag. Om één uur hielden zij! op in een kleine stad en gebruikten er de lunch, buiten, op een terrasje, hij afgezonderd in een hoekje, zij aan de overzijde, naast een paar andere, vreemde reizigers.
't Was bijna avond, toen zij op de plaats van hun bestemming aankwamen. De zee was hoog en donderde tegen de rots. De rode zon ging in een apotheose van chaotische wolken onder. Zij was doodvermoeid en ging zich voor tafel opfrissen. De avondlucht was zwoel en broeierig. Hij reed zijn auto binnen en deed er het nodige aan voor de reis van de volgende dag.
Na tafel ging hij eens rondwandelen. De zee was prachtig en sterren blonken als juwelen in de donkere hemel. De golven kwamen aangestormd als wilde furies en braken in wit-schuimende zwalpen op de zwarte bazalten, die sidderend dreunden. Daar kwam zij ook, in haar bontmantel gehuld. Tussen de van elkaar wuivende slippen zag hij even 't lichte van haar avondtoilet. Hij ging beleefd opzij om haar door te laten en groette eerbiedig.
- Mooi, niet waar, Ivan! zei ze vriendelijk.
- Prachtig, mevrouw. En zulk schoon weer!
- Zijt ge niet moe, Ivan?
- O, niets, Mevrouw.