- Nen Iersche ronseloare! zei Oculi schouderophalend. - Ien van die keirels die vandoage rijke zijn en morgen oarm!
Maria viel in de rede.
- Ge 'n meugt da nie zeggen, Okeli. We kennen hem nou al vijf joar en't es ne fatsoenlijke meins. Isn't he, Frank?
Franklin, die daar zijn pijp zat te roken en vagelijk 't gesprek van de Vlamen trachtte te volgen, gaf toe dat Pat O'Healy wel een beetje van een waaghals, maar in de grond een eerlijk en in elk geval zeer ‘clever’ man was. Hij is zeker op het ogenblik wel ruim tweehonderd duizend dollar waard, meende hij.
- En morgen aan den dag misschien twiehonderd! schimpte Oculi.
De meisjes schudden lachend 't hoofd. - Wat kunnen de mannen zich voor die geldkwesties opwinden! zei Molly.
Clotilde begreep er niets van. Zij vroeg aan Dzjeurens of die man, hoe heette hij hem ook?... die Pat zo maar duizenden dollars uit-zijn zak kon schudden.
Dzjeurens, lachte hartelijk. - Hij geeft raad, zei hij, - goede raad. Hij zegt u: koopt die of die ‘claim’ en wacht. Ik heb zijn raad gevolgd en tot nu toe is het nog niet misgelopen. - Wete wat, Ivan, kom zondag achternoen ne kier bij mij. Hij zal doar zijn en ge zilt kennesse mee hem moaken.
- Hou goed ou hand op ouë portemonnaie! schimpte Oculi. - 't Gien dat er in zit en es nog 't pakken nie weird! lachte Ivan.
Een afspraak werd gemaakt. De volgende zondag tegen vier uur zou Dzjeurens Ivan komen halen, om hem aan Pat O'Healy voor te stellen.
- Komt g' uek mee, Clotilde? vroeg Dzjeurens.
Franklin, die half begreep, fronste de wenkbrauwen en schudde 't hoofd.
- Niet doen! meende hij.
Clotilde dacht er ook niet aan; maar 't plotseling streng gelaat van Frank liet haar bedeesd en deed haar wangen kleuren. Zij sloeg de ogen neer.
- Niet doen! herhaalde hij nog eens hoofdschuddend.
Maria kreeg een glimlach op de lippen en keek met zonderlinge ogen Molly aan.