teren kon. Er hoorde ook een traditie bij. Het was volstrekt niet onverschillig in welk pensionaat ge door uw ouders werdt uitbesteed. De meisjes van Bavel, bijvoorbeeld, moesten, om de deftigheid van de traditie te volgen, naar 't klooster van Lauwegem, hoewel Lauwegem eigenlijk een dorp van mindere betekenis was dan Bavel. Die van Vannelaar gingen naar Amertinge en die van Akspoele, het dorp waar Uleken woonde en waarbij 't gehucht De Floncke behoorde, naar Bavel. Dat hoorde zo; niemand kon zeggen waarom: maar het zou al vreemd hebben geschenen en als een soort van kleinering worden beschouwd, indien men Eulalietje naar Vannelaar of Amertinge, die toch beide zeer belangrijke gemeenten waren, had gestuurd. Men kon Eulalietje thuishouden; - geen mens zou dat vreemd hebben gevonden, - maar als ze nog ergens heenging, dan was er geen andere
fatsoenlijke keuze voor haar dan Bavel.
Er werd lang en gewichtig over beraadslaagd. Eulalietjes ouders kwamen er voor over. Uleken was trouwens bereid al de onkosten op zich te nemen; maar zij hadden enige moeite met Eulalietje zelf, die erg in tweestrijd was en weifelde. Gaarne genoeg was ze, om de deftigheid van 't geval, naar Bavel gegaan; maar... ja... er was een maar... al was ze pas vijftien; een ‘maar’, die ze niet verder voor haar ouders en nog minder voor tante Uleken kon toelichten en die ze dan ook reeds een hele tijd met echt-voorbarige, vrouwelijke listigheid, als het diepste der geheimen in haar binnenste verborgen hield.
Eulalietje had een vriendje op 't gehucht!... Een vriendje van haar leeftijd, die juist van school was thuisgebleven en die daar vlak in de buurt woonde, en die ze elke dag zou kunnen zien, als ze nu ook maar uit het klooster weg zou blijven en niet naar dat andere klooster van Bavel gaan!
Dat vriendje was Allewies, de oudste zoon van Broospèr, dezelfde, die, toen nog een kleine bengel, 's nachts in de sneeuw mee wou gaan met Uleken en Eulalietje om grootvader te zoeken!
Die kleine kerel, die Eulalietje destijds zo star had aangekeken en zulk spektakel had gemaakt, toen zijn vader hem verbood op de nachtelijke tocht de anderen te vergezellen, was