bijzijn voelde, steeds rees daar vóór zijn geest het feit, het werkelijk gebeurde, de daad, waarvan hij niet geweten had. In redenering vergaf hij haar alles, verzoende zich met haar volkomen; in werkelijkheid lag haar bedrog daar tussen hen als een lijk, als het door haar eigen handen vermoorde slachtoffer van hun wederzijdse en vertrouwelijke liefde.
Alleen de zinnen hielden hem aan haar gebonden. Hij kwam tot haar met verdubbelde passie, als van een krankzinnige, om er bij te sterven. En telkens wenste hij dat hij sterven mocht, zo folterend wreed was de ontnuchtering die volgde. Het was één enkel ogenblik van álles vergeten, en dadelijk dan weer 't gevoel van de diepste vernedering en ellende. Niets meer van 't zacht en mooi intieme samenleven; niets meer van 't heerlijk dubbel-opgaan in één grote, morele-en-lichamelijke liefde zonder geheimen, zonder schaamte en zonder wroeging. Dat bestond niet meer. Al het mooie was dood of was laag en lelijk geworden.
Laag gedaald, dát was hij. Lager dan zij, want zij had hem nu wel heel rein en zielslief. Hij was het, die háár nu naar de laagte trok. Nu het te laat was voelde hij wat hij misdaan had met haar zó terug te nemen. Nu speelde niet meer zij, maar wel hij de lelijke rol; en het was geen vergiffenis noch verzoening, die niet tot morele verheffing kon leiden. Nu deed hij kwaad, dubbel kwaad, aan haar en aan zichzelf.
Hij werd achterdochtig-jaloers. Herhaaldelijk, met wantrouwend vorsende blikken, vroeg hij haar of ze niets van Paul meer merkte, of hij geen pogingen meer deed, noch had gedaan, om haar terug te zien.
- Neen, nooit meer, en dat zou ook wel vruchteloos zijn, antwoordde zij dan zacht, het hoofd gedwee gebogen in het bewustzijn van haar onuitwisbare schuld. En ofschoon hij wel voelde dat zij de waarheid sprak, toch bleef hij haar wantrouwen, en in de vernieling van zijn eigen leven, kwamen soms vage, sombere dreigementen over zijn lippen.
En het gebeurde dat hij plotseling weer een afkeer van haar kreeg, en dan schreef hij haar dat hij nooit meer terug zou komen, en kwam werkelijk niet, gedurende verscheidene dagen. Maar lang kon hij 't nooit uithouden. De passie trok hem weer tot haar, en met de passie de verlaging. Het werd