binnen gegaan. Daar hebben ze 't flagrant délit geconstateerd...
- En wat hebben de schuldigen gedaan? Hebben ze niet getracht te loochenen? vroeg Alfred met toonloze stem.
- Loochenen! kreet meneer Melville. - Het flagrant délit kan je toch immers niet loochenen!
Bevend, als in duizeligheid, streek Alfred de hand over zijn voorhoofd en ogen. Zijn knieën knikten, zijn adem hijgde, hij vroeg zijn vader om eventjes wat minder hard te lopen.
- Enfin, het is geconstateerd en de zaak is dadelijk ingespannen. Je krijgt als advocaat Duverdier, de knapste man van de balie.
- Maar wat heeft ze gedaan? Heeft ze niet gehuild, gesmeekt, berouw getoond? vroeg Alfred, als had hij zijn vaders woorden niet eens gehoord.
- Dat weet ik niet en dat kan mij ook in 't geheel niet schelen, antwoordde kortaf meneer Melville, terwijl hij weer gejaagd en snel begon te stappen. - De hoofdzaak is, dat alles nu gaat zoals we 't hebben willen. En nu, voegde bij er op een gans andere toon bij, - nu moet ik jou vooral kapittelen. Natuurlijk zal je smeekbrieven van haar gaan krijgen: smeken om vergiffenis, zweren dat het nooit meer zal gebeuren, enz. enz. Welnu, één ding verzoek ik je hoogst dringend: wees niet flauw en zwak. Antwoord op geen brief, en laat je vooral niet tot verzoening overhalen. Nooit zou ik het je vergeven. Je mag erop rekenen als je dát doet, dat je je voor goed met mij brouilleert. Ik zal alles doen om je uit de nood te helpen; maar werk me niet tegen.
- Het is dood, het is alles dood tussen ons, zuchtte Alfred.
- Al kon ik haar ook alles vergeven, nooit meer zou ik, als vroeger, met haar kunnen leven. Ik ben niet boos op haar, ik beklaag haar. Maar ik voel wel dat het dood is, dat alles onwederroepelijk dood is.
Zij kwamen op Far-West door gouden herfstlanen, bezaaid met droge bladeren, en lange uren bleef meneer Melville er spreken, alles voor de toekomst schikkend. Alfred, als vernield in een fauteuil neergezonken, luisterde niet, hoorde niet. Een matte onverschilligheid drukte hem neer, gepaard aan een fysieke uitputting van krachten, die hem tot alle