XXI
Strijden tot het uiterste voor een gewetenszaak, hard zijn voor je vijanden en hard zijn voor jezelf, oneindig veel doen lijden en zelf lijden in 't oneindige; en dan, wanneer de dure zegepraal tenslotte is behaald, eensklaps weer zachtverzoenend worden, grotendeels teruggeven wat je veroverd hebt, in zacht-sentimentele eerbied en meelijden voor de overwonnene, welk grootmoedig hart heeft die schijnbare contradictie niet gekend!
Zo ook Robert. Zolang als hij in 't vuur van de strijd was, had hij geen transactie kunnen dulden. Zijn overtuiging nam toe in kracht en taaiheid, naarmate hij meer moeite had om ze te verdedigen. Maar niet zo gauw had hij gezegepraald, niet zo gauw had het aangebeden wezen van zijn liefde zich weerloos-overwonnen aan hem overgeleverd, of hij werd op zijn beurt verzwakt onder teer medelijden, vanzelf bereid een groot deel van de vruchten van zijn overwinning onvoorwaardelijk weer af te staan.
Zij kwam tot hem met uitgestrekte handen en met tranen in de ogen, en zij zei hem:
- Ik heb je eindelijk begrepen en gevoeld. In die eindeloze dagen van ontzaglijk lijden is het geweest of langzaam een sluier van mijn ogen werd weggetrokken en aan flarden gescheurd, om mij een heldere, ideale visie van Waarheid en van Plicht te laten ontwaren. En ik heb eindelijk begrepen wat je mij zo lang en vruchteloos poogde te doen kennen: 's levens waardigheid. Ik weet nu dat ik dat gevoel niet kende, vóór ik in mijn grote liefde voor jou geleden en gestreden had. Eerst nadat ik begrepen had is jouw leven mijn leven, is jouw geweten ook mijn geweten geworden. Het is mijn Convictie geworden. Ik wil en kan nu voor ons gezamenlijk geluk met je meewerken. Ik wil en kan nu mijn