onmogelijk maakte. 't Was of er een kwellend geheim om hem zweefde, of hij instinctmatig de komst verwachtte van een naderende gebeurtenis, de plotselinge openbaring van een geheim, dat hem dan duidelijk zou te kennen geven welke gedragslijn hij te volgen had.
En, in die drukkende onzekerheid, voelde hij nu slechts één heldere, doch machtige impulsie; slechts één halsstarrige, nooit genoeg voldane behoefte: het innig waarnemen van 't wezen en leven van die Rosa, de onwillekeurige oorzaak van zoveel opschudding en stoornis.
Loerend als een boosdoener, in de grijze winterschemering ergens verscholen achter een struik of een haag, vanwaar hij 't woonhuis en het erf van de grote hoeve kon ontwaren, zag hij haar bedrijvig met haar zusters in en uit de stallen lopen, blozend, lachend, zingend, zó flink en zó moedig aan 't werk, dat het de indruk maakte of ze 't alleen tot haar genoegen verrichtte. Wat zag z'er fris en aardig uit! Wat was ze knap van uiterlijk, zó rond en poezelig, noch groot noch klein, noch mager noch dik, zo heel en al volmaakt van lichaamsbouw! Wat moest het heerlijk zijn zulk een meid tot vrouw te hebben! Eens, terwijl ze met opgestroopte mouwen uit het donker deurgat van een stal kwam, zag hij haar mooie blote armen, verblindend wit, zo wit als de schuimende melk, die zij in haar emmers droeg. Hij kreeg er een emotie en een kleur van; hij dacht dat ze zeker heel en al zó was: wit en mals als melk, en hij ging heen, het hoofd gebogen en de wenkbrauwen gefronst, met vóór zijn geest de visie van die jonge, mooie, witte vrouw in de armen van zijn gehate neef.
Het werd hem een obsessie, een kwelling, die hem overal en onophoudend achtervolgde. Zelfs wanneer hij haar niet zag, kwam haar beeld, in bijna handtastelijke bekoorlijkheid, voor hem oprijzen; en 's nachts sprak hij nu fluisterend met Marie over haar, in een behoefte aan hulp en raad, vragend aan de oude meid, wat zij over die ganse geschiedenis dacht, wat zij in zijn plaats zou gedaan hebben, en of zij ook geloofde, dat het nog 't beste was de zaken maar hun gang te laten gaan.
Maar 't kon haar niet schelen, antwoordde de meid telkens