mans, haar mededelende aantrekkingskracht uit. Het eenzaam oord had zijn rustige verlatenheid verloren, iets trilde er nu, iets nieuws was er in wording. Vooral Jan, de meest vatbare voor indrukken van buiten, voelde zich door die verandering aangelokt en meegesleept, in een wondere menging van genoegen en spijt. Zijn aandacht was voortdurend in beslag genomen door de beweging op de grote hoeve, waar hij zo menigvuldige jaren zonder belangstelling naast had gewoond, zijn geest was ermee bekommerd, als voelde hij nu het leven van die mensen aan 't zijne verbonden, en bekwaam er een gewichtige invloed op uit te oefenen.
In zijn schaarse lege uren ging hij door de velden slenteren, de blik tersluiks gevestigd op de grauwe, spitse strodaken van 't Schoonhof, nu en dan halfverborgen achter elzestruiken stilhoudend, om peinzend te staren op de nieuw beploegde en bezaaide akkers, die heerlijke akkers van vruchtbaarheid, jarenlang onproduktief door lamheid en zorgeloosheid, thans hernieuwd, herlevend, als wakker geschud uit hun doodsslaap, zwanger reeds van het zwellende sap van de komende oogsten. Wat was het alles flink bewerkt! Wat was het jong, en mooi, en fris, en krachtig! Wat een verschil tussen een kerel als die Rik Meganck en een walglijke, vunzige luiaard, zoals zij er een aan huis hadden! Hij kon niet anders dan zoveel vlijt en handigheid bewonderen, hij voelde de lust, haast de behoefte in zich opkomen, dat knap gezin zijn sympathie en zijn bewondering uit te drukken.
En toch, telkenmale als hij een van hen ontmoette, was het hem onmogelijk iets meer dan gewoon koel beleefd met hen te zijn. Inzonderheid de meisjes boezemden hem een soort angst en schuwheid in, die hij vruchteloos poogde te overwinnen. Niets liever deed hij, dan hen, onopgemerkt, van ver te bespieden, terwijl zij, lachend en zingend, met hun zwaargevulde emmers heen en weer liepen; niets maakte hem zo schuw-bedeesd dan de gedachte, even maar enkele woorden met hen te spreken. Vooral met Rosa, de oudste dochter, die nochtans werkelijk avances scheen te maken om zijn sympathie te winnen, voelde hij zich niet op zijn gemak. Hij durfde haar haast niet aan te kijken, als hij haar toevallig ontmoette; hij ademde eerst weer in vrijheid toen zij weg