Zij zuchtte zwaar, streek zich de hand over het voorhoofd, langzamerhand tot het bewustzijn terugkerend. En plotseling, op haar beurt, sloeg zij hem tederlijk de armen om de hals en viel haar hoofd wenend op zijn borst, terwijl zij zuchtte:
- O, ik bemin u, Alexis, ik bemin u! En ik ben zó ontroerd, tevens zo innig zacht en diep-treurig ontroerd! Ik voel mij zó gelukkig en tevens zó rampzalig! Het komt me voor alsof ik niet meer leefde, alsof ik mijzelf niet meer toebehoorde! O, ik kan u niet zeggen wat ik al gevoel; ik kan niet, ik weet het niet!
Met een schorre, sombere, bijna ruwe stem, terwijl hij haar een weinig van zich verwijderde, om haar in de vreemde schemering van het sterrenlicht te aanschouwen, sprak hij: - Zult gij de andere huwen, hij, die uw hand gevraagd heeft? Romanie heeft mij gezegd dat hij ze vraagde!...
- Hem!... nooit! riep ze krachtig, zich wild weer oprichtend.
Zij huiverde door al haar ledematen, en, ondanks de duisternis van de nacht, zag hij haar doodsbleek worden.
- Nooit!... o, neen neen, nooit, herhaalde zij wanhopig, wenend in zijn armen zinkend.
Met een koorstachtige haast en een hardnekkige inspanningskracht om toch, in zijn overweldigende emotie, helder en kalm van geest te blijven, voer hij voort:
- Luister, Nina: wij beminnen elkaar zó innig, dat wij ervan sterven zullen indien wij voortdurend van elkaar gescheiden moeten leven. Welnu, Nina, als men elkander zó vurig liefheeft en dat men zó vreselijk veel lijdt, hoeft men zich niet langer door wereldse conventies en onmenselijke hinderpalen te laten dwarsbomen en onderdrukken. Men heeft het recht en zelfs de plicht er overheen te stappen, Men wordt aangerand en men verdedigt zijn leven. Men is in staat van natuurlijke zelfverdediging. Luister, Nina: wij zijn nu eindelijk samen; wij genieten het hoogste geluk van de vereniging; verlaten wij elkaar niet meer. Laat ons vluchten, 't is ons recht! Ik heb er terstond aan gedacht, ik heb terstond gevoeld hoe beslissend deze nacht voor ons wezen zou, en 'k heb de nodige maatregelen genomen, 'k heb alles