spreken; en zijn grote hoop was de nabijheid van 't Nieuwjaar, dat hem wellicht de gelegenheid zou geven met haar nader kennis te maken, als hij, bij die gelegenheid, mejuffrouw de Stoumont zijn eerbiedige groeten en wensen zou komen aanbieden.
Deze indirecte liefdesbekentenissen, deze bereidwillige, aanstuwende bemiddeling van Romanie, door Nina's geweten afgekeurd als haar onwaardig, maar onweerstaanbaar door haar aan genegenheidsbehoefte lijdend hart gekoesterd als een geheime schat van zaligheid; haar van dag tot dag onwillekeurig aangroeiende sympathie voor het ridderlijk figuur van de jonge burgemeester, en die ganse listige, geniepige handelwijze van twee verliefden die elkaar niet mogen zien, hadden weldra Nina's verbeelding en gemoedsstemming tot de hoogste graad geprikkeld. Haar tederheidsontboezemingen waren nu tot een bepaald doel gericht, haar vaag ideaal had zich gematerialiseerd. Zij leefde in een roes van opgewektheid, in de koortsige verwachting van een grote gebeurtenis, die aan haar levensloop een decisieve richting geven zou.
En zó innig sterk was dit kwellend gevoel, dat het haar soms te moede was of haar grote graagte naar het onbekende iets er de komst van bespoedigde.