afgrijselijk, afgrijselijk! O, mijn God! Hody, red haar! Hody! ik smeek er u om op mijn knieën, red haar! red haar of ik breng mijzelf om 't leven!
Onstuimig was hij opgestaan, hij had beide handen van zijn vriend in de zijne gegrepen en hij leidde hem naar het bed, hijgend, snikkend, met draaiende ogen in zijn onkennelijk geworden gelaat herhalend:
- O zeg, Hody, gij zult haar redden, nietwaar? Zij verkeert niet in doodsgevaar, nietwaar? Hody! Hody! zeg mij toch dat zij niet in doodsgevaar verkeert!
Hij verstikte in zijn smekingen, hij kon niet meer spreken, hij was vóór zijn vriend op de knieën gevallen, zijn handen steeds in diens beide handen duwend, het hoofd krampachtig scheef achterovergeslagen, het aangezicht badend in tranen, terwijl de van foltering verwrongen mond niets meer uitte dan onduidelijke, schorre klanken, afgrijselijk om aan te horen. En Hody zelf werd wanhopig; hij poogde tevergeefs zijn handen uit Renés knellende drukking los te maken; hij smeekte op zijn beurt:
- Zwijg, zwijg toch en houd u stil! Om Godswil, houd u stil! Gij zult haar wakker maken! gij zult haar opnieuw doen huilen van pijn, terwijl ik zo vreselijk veel moeite gehad heb om haar een weinig tot bedaren te brengen!
Toen liet René hem los en zakte weer, als plotseling verlamd, vóór de sponde neer. Hij dorst de hand van Lucie niet meer vatten, hij dorst zijn foltering niet luidop meer uitschreeuwen, hij klaagde nu in stilte, hij herhaalde, als in een bevende, vrome bede, 't betraand gelaat beurtelings smekend tot zijn arme minnares en tot zijn vriend gekeerd:
- O zeg, Hody, ik smeek u, Hody, red haar! Hody, zeg, gij zult haar redden, nietwaar?
- Alle hoop is nog niet bepaald verloren, antwoordde de dokter na een lang stilzwijgen, zijn ernstige, peinzende blik moedeloos op de lijderes gevestigd.
Deze had zich lichtkens in haar bed verroerd. Een kramp van pijn verwrong de spieren van haar gelaat, zij slaakte een zucht en opende de ogen. Zij herkende René, voor haar sponde neergeknield; zij scheen hem, door een lange blik, voor zijn terugkomst te danken.