Gezangen voor de gereformeerde kerk van Nederland
(1796-1797)–Johannes Wilhelmus II Bussingh– Auteursrechtvrij
[pagina 86]
| |
[pagina 87]
| |
Groote Zoenborg! Zoon van God!
In de naerste, bangste stonden,
In het aek'ligst van mijn lot,
Staerde ik op Uw Kruis en Wonden;
En, in 't heerste van den strijd,
Heeft Uw Kruis mijn hart verblijd.
ô, Neig verder ook mijn hart,
Om getroost mijn kruis te dragen! -
Nimmer halen, bij Uw smart,
Mijn verdrukking, lijden, plagen,
Wat mij treffe, hoe 't ook ga,
'k Sla mijn oog naer Golgotha.
| |
[pagina 88]
| |
Dat gezicht doet me al den nood
Vrolijk, juichend, overwinnen,
En, bij 't naed'ren van den dood,
Zingen, met verrukte zinnen:
jesus heeft mijn strijd volstreên,
'k Ga verlost, gezaligd, heen. -
|
|